Lineair en hyperbolisch > Recht evenredigVoorbeeld 1
Een fietser rijdt met een constante snelheid op een rechte polderweg van `A` naar `B` . Op tijdstip `t=0` startte hij bij `A` , en `12` minuten en `26` seconden later heeft hij precies `5` km afgelegd.
-
Met hoeveel km/uur fietst hij?
-
Geef een formule voor de afgelegde afstand `s` vanaf `A` in km afhankelijk van de tijd `t` in uren.
Hij legt `5` km in `12` minuten en `26` seconden af.
Dat zijn `5` km in `12*60+26=746` seconden.
Hij heeft dan een snelheid van `5/746` km/seconde.
Dat is `5/746*60` km/minuut en `5/746*60*60` km/uur. Zijn snelheid is dus ongeveer `24,1` km/uur.
Bij een constante snelheid is de afgelegde afstand recht evenredig met de tijd. De bijbehorende formule is dus `s = 24,1t` met `t` in uren.
Bekijk in
Waarom is `s` recht evenredig met `t` ?
Hoe ziet de grafiek uit het voorbeeld van `s` afhankelijk van `t` er uit?
Na hoeveel tijd heeft de fietser uit het voorbeeld `12` km afgelegd?
Een automobilist is onderweg naar Berlijn en zet zijn cruisecontrol (snelheidsbegrenzer) op `120` km/uur. Dat moment geldt als `t=0` waarin `t` de tijd in uren is.
Waarom is vanaf dat moment zijn afgelegde afstand `s` (in km) recht evenredig met `t` ?
Hoeveel is de evenredigheidsconstante?
Na hoeveel tijd heeft deze automobilist `300` km afgelegd?