Lineair en hyperbolisch > Lineaire verbanden
123456Lineaire verbanden

Voorbeeld 1

Je kunt ook pre-paid telefoneren: je koopt dan vooraf een beltegoed van bijvoorbeeld € 50,00.
Als elke minuut bellen dan € 0,25 kost, hangt je beltegoed B nog uitsluitend af van het aantal belminuten a. Er geldt:

B = 50 0,25 a

Ook hier is sprake van een lineair verband. Het startgetal is 50.
De richtingscoëfficiënt is -0,25.
De bijbehorende grafiek is een dalende rechte lijn. Na 50 / 0,25 = 200 minuten is het beltegoed op.

Opgave 3

Bekijk in Voorbeeld 1 hoe je beltegoed afhangt van het aantal minuten a dat je hebt gebeld.

a

Bereken je beltegoed na 60 minuten bellen.

b

Controleer met een berekening dat na 60 minuten bellen je beltegoed op is. Waarom nemen ouders vaak zo'n abonnement voor hun kinderen?

c

Wat betekent een negatieve richtingscoëfficiënt voor een lineaire grafiek?

d

Wat gebeurt er met de formule en de grafiek als deze aanbieder van mobiele telefonie zijn belkosten per minuut verhoogt naar € 0,30?

Opgave 4

Een cilindervormige kaars brandt gelijkmatig op, t is de brandtijd in uren. Hij wordt elk uur 1,5 cm korter. De kaars is op zeker moment ( t = 0 ) nog 25 cm lang.

a

Waarom is de lengte van het stuk kaars dat is opgebrand recht evenredig met de brandtijd?

b

Waarom is de kaarslengte L (in cm) niet recht evenredig met de brandtijd?

c

Geef een formule voor L afhankelijk van t.

d

Laat met een berekening zien dat deze kaars na 16 uur branden nog niet op is.

e

Hoe ziet de grafiek van L afhankelijk van t er uit? Welk startgetal en welke richtingscoëfficiënt heeft hij?

verder | terug