Lineair en hyperbolisch > Lineaire vergelijkingen
123456Lineaire vergelijkingen

Verwerken

Opgave 10

Los de vergelijkingen op.

a

`text(-)6 k + 55 = 4 k - 25`

b

`12 - 4 x = 36 + 2 x`

c

`1/3 x - 25 = 16 + 1/2 x`

d

`5 ( 4 - 2 x ) = 5 x - ( 3 + x )`

Opgave 11

Los de vergelijkingen op.

a

`(3a*3)/3 + 2,5 = 1 /2 a - 3,5`

b

`1/6q + 2q = 3q - 0,5 + 7 `

c

`p(3 - 1) + 2 * 1/6p = 15 p + 30`

Opgave 12

Je ziet de grafieken van twee lineaire verbanden, aangegeven met `y_1` en `y_2` .

a

Los op: `y_1 = y_2`

b

Los op: `y_1 gt y_2` .

c

Controleer je antwoord bij b voor enkele waarden van `x` .

Opgave 13

Voor de jaarlijkse kosten `K` (euro) voor het waterverbruik `v` (m3) in twee gebieden A en B gelden de formules:

  • gebied A: `K = 36 + 1,80v`

  • gebied B: `K = 48 + 1,55v`

Schrijf bij de volgende vragen steeds de bijbehorende ongelijkheid op en los deze vergelijking op. Geef je antwoord in m3 nauwkeurig.

a

Bij welk verbruik zijn de kosten in gebied A lager dan in gebied B?

b

Bij welk verbruik zijn de kosten in gebied B hoger dan € 200?

Opgave 14

De temperatuur boven het aardoppervlak hangt onder andere af van de hoogte waarop je je bevindt. Vooral voor bergbeklimmers is het belangrijk om te weten dat elke stijging van `100`  m een daling van de temperatuur van ongeveer 0,6 °C betekent.
Twee bergbeklimmers meten een temperatuur van 16 °C.

a

Welke temperatuur meten zij als ze nog `120` m omhoog klimmen?

b

Het aantal meters dat ze omhoog gaan, kun je `h` noemen. Welke formule geeft dan het verband weer tussen temperatuur `T` in °C en `h` ?

c

Welke ongelijkheid hoort er bij de vraag: "Na hoeveel meter stijgen komt de temperatuur die ze meten, onder het vriespunt?"

d

Los de ongelijkheid bij c op. Geef je antwoord in tientallen meters nauwkeurig.

Opgave 15

Twee auto's rijden elkaar op de snelweg tegemoet. Op een zeker moment zijn ze nog `120`  km van elkaar verwijderd. Auto A rijdt met een snelheid van `115`  km/h en auto B met een snelheid van `105`  km/h.

Na hoeveel tijd passeren ze elkaar? Geef je antwoord in seconden nauwkeurig.

verder | terug