Deze grafieken laten zien hoe twee cilindervormige kaarsen opbranden. `L` is de lengte van de kaars in centimeters en `t` is de brandtijd in uren.
Bereken in minuten nauwkeurig het moment waarop beide kaarsen even lang zijn.
Stel bij elke grafiek een formule op:
kaars I: `L = 20 - 2 t`
kaars II: `L = 25 - 3,125 t`
Beide kaarsen zijn even lang als: `20 - 2 t = 25 - 3,125 t` . Oplossen geeft:
`20 - 2 t` | `=` | `25 - 3,125 t` |
beide zijden
`- 20`
|
`text(-)2 t` | `=` | `5 - 3,125 t` |
beide zijden
`+3,125t`
|
`1,125 t` | `=` | `5` |
beide zijden
`:1,125t`
|
`t` | `=` | `5 / (1,125)` |
berekenen
|
`t` | `=` | `4 4/9` |
Beide kaarsen zijn even lang na ongeveer `4` uur en `27` minuten ( `4/9*60~~27` , omgerekend naar minuten).
Bekijk in
Hoe zie je aan de grafiek dat beide kaarsen tegelijk worden aangestoken?
Stel zelf de formules op voor de lengte `L` van deze kaarsen.
Met de balansmethode wordt het tijdstip berekend waarop beide kaarsen even lang zijn. Bereken dit tijdstip in seconden nauwkeurig.
Je ziet de grafieken van twee cilindervormige kaarsen die tegelijk worden aangestoken.
Na hoeveel minuten is kaars I langer dan kaars II?
Lijn `l` gaat door de punten `A(3 , 60 )` en `B(7 , 40 )` en lijn `m` gaat door de punten `C(4 , 50 )` en `D(9 , 60 )` .
Bereken de exacte coördinaten van het snijpunt van beide lijnen.