Lineair en hyperbolisch > Lineaire vergelijkingen
123456Lineaire vergelijkingen

Voorbeeld 2

Hier zie je enkele voorbeelden van het oplossen van wat lastiger lineaire vergelijkingen. Kijk goed wat er elke stap gebeurt.

Dit is het eerste voorbeeld.

1 3 x 5 = 5 6 x + 1 2
2 x 30 = 5 x + 3
-3 x = 33
x = 33 / -3 = -11

En dit is het tweede voorbeeld.

6 ( x 12 ) = 3 ( 12 3 x )
6 x + 12 = 36 9 x
18 x = 36 9 x
8 x = 18
x = 18 / 8 = 2,25
Opgave 5

Bekijk in Voorbeeld 2 de twee uitwerkingen van wat lastiger lineaire vergelijkingen. In de eerste vergelijking komen breuken voor, in de tweede vergelijking haakjes.

Bekijk eerst de eerste vergelijking.

a

Wat gebeurt er in de eerste stap van de oplossing?

b

In de tweede stap gebeuren er twee dingen tegelijk, welke twee? Is de volgorde daarbij belangrijk?

Bekijk vervolgens de tweede vergelijking. Zowel links als rechts van het isgelijkteken worden de haakjes uitgewerkt.

c

Leg uit hoe dit gebeurt.

d

Loop de rest van de uitwerking na. Controleer het antwoord.

Opgave 6

Los de volgende vergelijkingen op.

a

2 a + 20 6 = 10

b

1 2 ( 12 p ) = p ( 27 p )

c

( 5 2 x ) ( x + 4 ) = 7

d

1 5 t 0,8 = 2 1 2 t

Opgave 7

In het Practicum kun je oefenen met het oplossen van lineaire vergelijkingen.

Oefen jezelf daarmee.

verder | terug