Lineair en hyperbolisch > Omgekeerd evenredig
123456Omgekeerd evenredig

Testen

Opgave 13

De heer Rabiat rijdt elke werkdag `60` km naar zijn bedrijf. Omdat hij bijna de hele weg op de autosnelweg rijdt, heeft hij vrijwel voortdurend dezelfde snelheid.

a

Hoeveel minuten reistijd heeft hij als hij `100` km per uur rijdt?

b

Hoeveel minuten reistijd heeft hij als hij `80` km per uur rijdt?

c

Waarom is de reistijd `t` in minuten omgekeerd evenredig met de rijsnelheid `v` in km/h? Stel een bijpassende formule op.

d

Donderdag heeft de heer Rabiat `30` minuten over de terugreis van zijn bedrijf naar huis gedaan. Hoe hard heeft hij gereden?

Opgave 14

Lotte geeft voor haar verjaardag een feestje. Ze koopt `120`  flessen frisdrank van `2,5`  liter (L) ( `2500`  milliliter (mL)). Uit ervaring blijkt dat elke gast gemiddeld `400`  milliliter frisdrank per uur drinkt.

a

Stel ze nodigt `70` mensen uit, hoelang duurt het dan voordat alle flessen leeg zijn?

b

Stel ze wil dat het feestje minimaal `5` uur doorgaat. Hoeveel mensen kan ze dan uitnodigen?

c

Stel de formule op voor het aantal uur dat het feest door kan gaan met `t` (uur) afhankelijk van `q` (het aantal gasten).

verder | terug