Lineair en hyperbolisch > Hyperbolische verbandenVoorbeeld 2
Wanneer je een auto huurt, betaal je een vast bedrag van € 40,00 en daarbovenop €
0,60 per gereden kilometer.
Noem je het aantal gereden kilometers
`q`
en de kosten per kilometer
`k`
, dan geldt:
`k = 0,60 + 40/q`
Bereken voor welke waarde van
`q`
de kosten per gereden kilometer € 1,13 bedragen.
Je moet de volgende vergelijking oplossen: `0,60 + 40/q = 1,13`
| `0,60 + 40/q` | `=` | `1,13` | |
| `40/q` | `=` | `0,53` | |
| `q` | `=` | `40/(0,53)` | |
| `q` | `~~` | `75,47` |
Dus bij `75,47` gereden kilometers bedragen de kosten € 1,13 per kilometer.
Wanneer je een auto huurt betaal je een vast bedrag van € 55,00 en daar bovenop € 0,45 per gereden kilometer.
Stel een formule op voor de totale kosten per kilometer ( `k` in euro/km) afhankelijk van het aantal gereden kilometer `q` .
Bereken voor welke waarde van `q` de kosten per gereden kilometer € 0,98 bedragen.
Los de vergelijkingen op.
`600/x + 10 = 22`
`180/k = 4,5`
`4 + 4400/ (x - 20) = 15`
`(2 p - 50) /1500 - 0,4 = 0,1`
Je wilt de ongelijkheid `960/v + 5 lt 17` oplossen.
Maak eerst een schets van de grafiek van `y = 960/v + 5` en geef daarin aan hoe je de waarde van `v` kunt vinden waarvoor geldt `y = 17` .
Bereken de waarde van `v` waarvoor geldt `960/v + 5 = 17` .
Lees uit je schets de oplossing van de ongelijkheid af.