Kwadratische verbanden > Kwadratische verbanden
12345Kwadratische verbanden

Voorbeeld 3

De formule `y_1 = 0,5(x - 1)^2 - 1` beschrijft een kwadratisch verband, de formule `y_2 = 2x + 3` een lineair verband. Bij de eerste formule hoort een parabool als grafiek, bij de tweede een rechte lijn.
Je wilt de vergelijking `0,5(x - 1)^2 - 1 = 2x + 3` oplossen. Hoe doe je dat?

> antwoord

Je tekent beide grafieken in één assenstelsel. Maak een tabel.

Je ziet duidelijk een snijpunt, namelijk `(text(-)1, 1)` .
Je kunt zien dat er waarschijnlijk nog een snijpunt is. Dus moet je de grafieken uitbreiden. Je breidt daartoe eerst je tabel uit.

Ga zelf na dat het andere snijpunt `(7, 17)` is. Dat kun je doen door de grafiek uit te breiden, maar ook door het snijpunt in beide vergelijkingen in te vullen.
De gevraagde vergelijking heeft twee oplossingen, namelijk `x = text(-)1` en `x = 7` . Beide waarden voor `x` maken de vergelijking kloppend.

Opgave 9

Bekijk in Voorbeeld 3 hoe de vergelijking `0,5(x - 1)^2 - 1 = 2x + 3` wordt opgelost.

a

Maak een tabel zoals deze en teken zelf de grafiek van `y_1` . Teken ook de rechte lijn die de grafiek van `y_2` voorstelt in je figuur.

`x` `text(-)4` `text(-)3` `text(-)2` `text(-)1` `0` `1` `2` `3` `4`
`y_1`
b

Breid de tabel en de grafiek uit totdat je ook het tweede snijpunt ziet.

c

Je hebt nu gezien dat de gegeven vergelijking twee oplossingen heeft. Laat zien dat beide oplossingen de vergelijking waar maken.

Opgave 10

Je wilt de vergelijking `x^2 = 5 - x` oplossen.

a

Teken de bijpassende grafiek en ga na, dat er twee snijpunten zijn.

b

Lees uit de grafiek de twee snijpunten af, op één decimaal nauwkeurig. Welke oplossingen heeft de vergelijking?

c

Waarom kun je nu je antwoord niet precies controleren?

verder | terug