Kwadratisch en exponentieel > Exponentiële vergelijkingen
123456Exponentiële vergelijkingen

Voorbeeld 2

In het water van een meer is verontreiniging ontdekt, er wordt op een bepaald moment 40 mg/L (milligram per liter) van een bepaalde stof in het water aangetroffen. Gelukkig wordt deze stof op natuurlijke wijze afgebroken. De concentratie vervalt exponentieel met 20 % per dag.

Voor deze concentratie geldt: C = 40 0,80 t .

Hierin is t het aantal dagen na de meting van 40 mg/L.

t (dagen) 0 1 2 3 4 5 6
C (mg/L) 40 32 25,6 20,5 16,4 13,1 10,5

Na verloop van tijd is de concentratie gehalveerd. Dat noem je de halveringstijd. Vanaf welke concentratie je ook begint te rekenen, telkens is de halveringstijd hetzelfde. Je vindt deze halveringstijd door op te lossen:

0,80 t = 0,5

Ga met behulp van inklemmen na, dat de halveringstijd (in twee decimalen nauwkeurig) 3,11 dagen is. Dat is ongeveer 3 dagen, 2 uur en 38,4 minuten.

Opgave 6

Bekijk het exponentieel verval van concentratie van een bepaalde stof in Voorbeeld 2.

a

Los de vergelijking 0,80 t = 0,5 zelf in twee decimalen nauwkeurig op met behulp van een inklemtabel.

b

Laat zien dat t = 3,11 overeen komt met 3 dagen, 2 uur en 38,4 seconden.

c

Waarom is bij de berekening van het tijdstip de beginconcentratie niet belangrijk?

Opgave 7

Volgens een krantenartikel neemt het tropisch regenwoud in een bepaald deel van de wereld met 2 % per jaar af.

a

Na hoeveel jaar is de oppervlakte aan tropisch regenwoud in dat deel van de wereld gehalveerd als de afname zo door gaat?

b

Over hoeveel jaar is er van de oppervlakte aan tropisch regenwoud in dat deel van de wereld nog slechts 10 % over als de afname zo door gaat?

verder | terug