Exponentiële verbanden > Groeifactoren
123456Groeifactoren

Testen

Opgave 17

Een fabrikant heeft van een nieuw product het eerste jaar `6000` stuks verkocht en het tweede jaar `7200` .

a

Hoeveel stuks heeft de fabrikant het tweede jaar meer verkocht dan het eerste jaar?

b

Hoeveel stuks verkoopt hij in het derde jaar als deze lineaire groei zich voortzet?

c

Geef de formule die bij deze lineaire groei hoort. Neem `S` voor het aantal stuks dat verkocht wordt en `t` voor de tijd in jaren.

In het derde jaar worden er echter duidelijk meer exemplaren verkocht dan werd verwacht op grond van lineaire groei. De verkoop van het nieuwe product lijkt exponentieel door te groeien, zie de tabel.

tijd (in jaren) `1` `2` `3` `4` `5` `6` `7` `8` `9` `10`

aantal verkochte producten

`6000` `7200` `8640` ... ... ... ... ... ... ...
d

Welke groeifactor per jaar past bij deze tabel? Maak hem verder af en teken er een grafiek bij.

Opgave 18

De grafiek geeft de groei van de winst van een bedrijf weer.

a

Hoeveel bedraagt de winst aan het begin van het eerste jaar?

b

Hoeveel bedraagt de winst aan het eind van het eerste jaar?

c

Is er sprake van exponentiële groei?

verder | terug