Exponentiële verbanden > Groeipercentages
123456Groeipercentages

Verwerken

Opgave 8

Bekijk de figuur.

a

Hoe bereken je de groeifactor vanuit het groeipercentage?

b

Hoe bereken je vanuit de groeifactor het groeipercentage?

c

Je vermenigvuldigt met de groeifactor om de waarde een tijdseenheid verder te berekenen. Wat moet je doen als je een tijdseenheid teruggaat?

Opgave 9

Bepaal in de volgende gevallen groeifactor en/of groeipercentage.

a

Een kapitaal van € 1000,00 groeit met `4` % per jaar.

b

Het aantal vogels van een bepaalde soort is in een natuurgebied in de afgelopen tien jaar wel `1,5` keer zo groot geworden.

Opgave 10

In een weide staan ongeveer `600` paardenbloemen. Vorig jaar waren er ongeveer `500` . Verondersteld wordt dat het aantal met een vast percentage groeit.

a

Hoe groot is de groeifactor per jaar?

b

Hoe groot is het groeipercentage?

c

Hoeveel paardenbloemen zullen er volgend jaar zijn?

d

Hoeveel paardenbloemen waren er twee jaar geleden?

Opgave 11

In het begin van een griepepidemie groeit het aantal ziektegevallen exponentieel. In een dichtbevolkte stad worden in de eerste week van februari `2346` ziektegevallen gemeld. De groeifactor per week is `1,45` .

a

Hoeveel bedraagt het groeipercentage per week?

b

Bereken het aantal ziektegevallen een week later.

c

Bereken het aantal ziektegevallen in de eerste week van maart als de ziekte zich in dit tempo blijft uitbreiden.

Opgave 12

Het aantal personenauto’s groeit exponentieel met de groei van de wereldbevolking mee. Het groeipercentage per drie jaar is `15` %.

a

Hoeveel bedraagt de groeifactor per drie jaar?

b

Is de groei per jaar groter dan, kleiner dan of gelijk aan `5` %? Leg uit hoe je aan je antwoord komt.

c

Maak een schatting van het percentage per jaar in tienden van procenten nauwkeurig.

Opgave 13

Iemand betaalt voor een studie € 3000,00 en sluit daarvoor een lening af. De rente is `0,5` % per maand. De studieschuld wordt vier jaar na het afsluiten van de lening vastgesteld.

a

Hoe groot is de groeifactor per maand?

b

Bereken het bedrag dat na een jaar verschuldigd is.

c

Hoeveel procent is de schuld in een jaar gestegen?

d

Bereken de uiteindelijke studieschuld na vier jaar.

e

Hoeveel procent rente betaal je dus over die vier jaar?

verder | terug