Exponentiële verbanden > Exponentiële groei
123456Exponentiële groei

Voorbeeld 2

Een Nederlandse en een Congolese stad hebben op 1 januari 2010 beide `200000` inwoners. De Nederlandse stad groeit met `0,5` % per jaar. De Congolese stad groeit jaarlijks met `5,0` %.

Vergelijk de bevolkingsgroei van de steden in een grafiek. Stel eerst bijpassende formules op.

> antwoord

Voor de Nederlandse stad N geldt:

  • begingetal `b_N=200000`

  • groeifactor `g_N= (100+0,5)/100 = 1,005`

Voor N krijg je de formule `H_N = 200000*1,005^t` .
Hierin is `H_N` het aantal inwoners in de Nederlandse stad en `t` de tijd in jaar.

Voor de Congolese stad C geldt:

  • begingetal `b_C=200000`

  • groeifactor `g_C=(100+5,0)/100=1,05`

Voor C krijg je de formule `H_C = 200000*1,05^t` .
Hierin is `H_C` het aantal inwoners in de Congolese stad en `t` de tijd in jaar.

Zet de aantallen inwoners voor beide steden in een tabel met `t=0` in 2010.
Gebruik aantallen ( `xx1000` ).

`t` (jaar) `H_N` ( `xx1000` ) `H_C` ( `xx1000` )
2010 200 200
2020 210 326
2030 221 531
2040 232 864
2050 244 1408
2060 257 2293
Opgave 5

Bekijk de formule in Voorbeeld 2.

a

Bereken met de formule hoeveel inwoners de Nederlandse stad in 2035 heeft. Rond af op duizendtallen.

b

Bereken met de formule hoeveel inwoners de Congolese stad in 2035 heeft.

c

Welke bevolkingsaantallen hebben deze steden in 3000 als de groei zo doorgaat?

Opgave 6

Een hondenopvangcentrum bouwt de service uit met de opvang van katten. Dat moet zich langzaam opbouwen, maar de kattenservice groeit exponentieel, zie de grafiek.

a

Lees de waarde bij `t = 0` uit de grafiek af.

b

Lees uit de grafiek de groeifactor per maand af. Rond af op één decimaal.

c

Stel een formule op bij deze exponentiële groei.

d

Bereken het te verwachten aantal katten na één jaar.

Opgave 7

Op 1 januari 2020 waren er `850` mensen in een bepaald gebied besmet met Covid-19. Dagelijks nam het aantal besmettingen met `3,5` % toe.

a

Geef de groeifactor per dag.

b

Stel een formule op voor de groei van het aantal besmettingen `A` .

c

Vul de tabel in met behulp van de formule.
Let op! Reken met onafgeronde getallen door.

`t` (dagen na 1 jan.2020) 0 1 2 3 4 5
`A` 850
d

Teken een grafiek bij de tabel. Kies geschikte stapgroottes bij de assen. Op de `y` -as zet je het aantal besmettingen, begin te tellen vanaf `850` . Op de `x` -as zet je de dagen. Bedenk dat voor `t=0` geldt dat het 1 januari is.

e

Hoeveel mensen waren er aan het eind van januari 2020 in dit gebied besmet met Covid-19?

Er wordt aangenomen dat de besmetting al eind 2019 in dit gebied is begonnen. Neem aan dat ook in de periode voor 1 januari 2020 dezelfde besmettingsfactor van `3,5` % gold.

f

Hoeveel mensen waren er op 30 december in dit gebied besmet met Covid-19?

verder | terug