Exponentiële verbanden > Totaalbeeld
123456Totaalbeeld

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

Het aantal vlinders neemt jaarlijks met `1,01` % toe.

lineaire groei

exponentiële groei

b

De afstand van een vliegtuig tot de kust neemt toe met `1000` kilometer per uur.

lineaire groei

exponentiële groei

c

Jeannette breit een sjaal. Elk uur komt er `10` centimeter bij.

lineaire groei

exponentiële groei

d

Het aantal insecten neemt toe met `5` % per dag.

lineaire groei

exponentiële groei

Opgave 2
a

groeifactor `1,188`

b

groeipercentage ` 3,2` %

c

groeifactor ` 1,039`

d

groeipercentage `290` %

e

groeifactor `1,35`

f

groeipercentage `4` %

g

groeifactor `1,055`

h

groeipercentage `64,5` %

Opgave 3
a

Groeifactor per week `7166/4623~~1,55` .

b

`Z = 4623*1,55^t` .

c

De eerste week van maart is `t=4` .
Er zijn dan `4623*1,55^4≈26684` ziektegevallen.

d

Groeifactor per vier weken is `26684/4623~~5,77` .

Opgave 4

Groeifactor per millennium `=(100-1,2)/100 = 0,988` .
Stel de hoeveelheid op `t=0` op `100` (%).

Dus `C = 100*0,988^t` .

Opgave 5
a

De oplossing ligt in de buurt van `t=7` .

b

Maak een inklemtabel.

`t` `y_1=137*1,27^t` `y_2=289 + 55*t` `y_1-y_2`
`t=6,4` `632,5` `641` `text(-)8,5`
`t=6,5` `647,8` `646,5` `1,3`

Bij `t=6,5` is het verschil het kleinst. De oplossing `y_1=y_2` ligt het dichtst bij `t=6,5` .

Opgave 6
a

De groeifactor per half jaar is `(100+30)/100=1,3` .

b

`A = 5000*1,3^t`

c

Dan geldt `t=2` , dus `A = 5000 * 1,3^2=8450` .

d

De groeifactor is `1,3*1,3 = 1,69` .

Het groeipercentage is `1,69*100-100=69` %.

Opgave 7
a

`840` stuks.

b

Het gaat om lineaire groei: `S=600+120t` .

c

Met `(720-600)/600*100 = 20` %.

d

Formule `A = 600*1,2^t` , waarin `t` de tijd in jaar en `A` het aantal verkochte producten is.
Teken een grafiek bij de tabel.

tijd (jaar) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
aantal verkochte producten 600 720 864 1037 1244 1493 1792 2150 2580 3096 3715
e

In de grafiek zie je dat dit ongeveer bij `t=8,8` gebeurt. Dat is in september van het zevende jaar.

Opgave 8

Begingetal `b=2500` .
Lees uit de grafiek af dat het aantal inwoners in 2009 ongeveer `2800` was.
De groeifactor is `g=2800/2500=1,12` .
De formule is `A=2500*1,12^t` , waarin `A` het aantal inwoners en `t` de tijd in jaar na 2008 is.

Opgave 9
a

Begingetal `b=25000` .
De groeifactor `g=(100-8)/100=0,92` .
Formule `A = 25000*0,92^t` .
Hierin is `A` de populatie en `t` de tijd in jaar vanaf 2008.

b

Maak eerst een tabel en teken daar een grafiek bij.

tijd (jaar) `0` `4` `8` `12` `16` `20`
aantal dieren `25000` `17910` `12830` `9192` `6585` `4717`
c

De helft van `25000` is `12500` .
Dat aantal is na ongeveer `8` jaar bereikt. Dus in 2016.

d
`t` `A = 25000*0,92^t` `A-12500`
`t=8` `12830` `330`
`t=9` `11804` `text(-)696`

De populatie is in 2008 gelijk aan `25000` dieren. Bij halvering zijn er nog `12500` dieren.
Bij `t=8` is het verschil het kleinst.

Opgave 10
a

`H = 440000*0,85^t` .
Hierin is `H` de hypotheekschuld in euro en `t` in jaar.

b

De hypotheekschuld na `25` jaar is `440000*0,85^25 ~~ 7567,04` euro.

Opgave 11

Teken eventueel de grafieken `y_1 = 4*1,15^t` en `y_2 = 10` .

Maak een inklemtabel.

`t` `y_1=4*1,15^t` `y_2=10` `y_1-y_2`
`t=6,5` `9,92` `10` `text(-)0,08`
`t=6,6` `10,06` `10` `0,06`

Bij `t=6,6` is het verschil het kleinst. Dus `t~~6,6` .

Opgave 12

De groeifactor per dag `g=1,095` .
Stel het aantal nu op `100` (%) en de formule wordt `V=100*1,095^t` .

De vraag levert de vergelijking `100*1,095^t = 200` op.

Maak een inklemtabel.

`t` `100*1,095^t` `200` `text(verschil)`
`t=7` `188,76` `200` `text(-)11,24`
`t=8` `206,69` `200` `6,69`
`t=9` `226,32` `200` `226,32`

Het verschil bij `t=8` is het kleinst. Na ongeveer acht weken is het aantal vogels verdubbeld.

Opgave 13Noordpoolijs
Noordpoolijs
a

De afname is 1,65 miljoen vierkante kilometer in 30 jaar. Dat is `1,65 // 30 = 0,055` miljoen vierkante kilometer.

b

`7 // 0,055 = 127` jaar. Dus in 2102.

c

De groeifactor is 0,92 per 10 jaar.
30 jaar na 1975 is het ijsoppervlak gelijk aan `1,65 * 0,92^3 ~~ 5,45` miljoen vierkante kilometer. Dit klopt ongeveer met de getallen in het eerste artikel.

d

Bij t = 66 is N = 1,006....
Bij t = 67 is N = 0,980....
Dus na 67 jaar.

verder | terug