Diagrammen > Schema'sTesten
Op twee eilanden liggen vijf steden. `A, B, C` op het ene eiland en `E` en `F` op het andere eiland. Een brug bij `D` verbindt beide eilanden met elkaar. In de graaf hiernaast wordt de situatie weergegeven. Tussen de steden loopt een aantal wegen. De getallen bij de wegen stellen de afstanden in kilometers voor.
Hoeveel km bedraagt de kortste verbinding tussen `B` en `E` ?
Vul deze tabel met kortste afstanden tussen de vijf steden in.
| `A` | `B` | `C` | `E` | `F` | |
| `A` | |||||
| `B` | |||||
| `C` | |||||
| `E` | |||||
| `F` |
Tussen `C` en `F` wordt een nieuwe brug aangelegd. De lengte van de rechtstreekse verbinding `CF` wordt daardoor `6` km.
Op welke routes wordt de reisafstand nu korter?
In een park zijn vijf ontmoetingsplaatsen: het theehuis ( `T` ), de vijver ( `V` ), het podium ( `P` ), de speeltuin ( `S` ) en de kinderboerderij ( `K` ). Tussen de ontmoetingsplaatsen bestaan de volgende wandelpaden: vanaf het theehuis naar de vijver, het podium en de kinderboerderij. Vanaf de vijver naar de speeltuin en vanaf de speeltuin naar het podium en de kinderboerderij.
Teken een graaf met de ontmoetingsplaatsen als knooppunten en de wandelpaden als wegen.
Is het mogelijk een wandeling langs alle ontmoetingsplaatsen te maken zonder een weg twee keer te gebruiken? Leg je antwoord uit.