Diagrammen > Gemiddelden
123456Gemiddelden

Voorbeeld 2

Een boer heeft twee velden met aardappelen. Beide velden zijn `2,5` hectare groot. Het ene veld levert hem `115` ton aardappelen op, het andere `103` ton. (Een ton is `1000` kg.)

De gemiddelde opbrengst per hectare, afgerond op één cijfer achter de komma `= (115+103)/(2,5+2,5)=43,6` ton.

Zijn buurvrouw teelt ook aardappelen. Zij heeft een veld van `3` hectare en een veld van `2` hectare. Het eerste veld levert `124` ton aardappelen op, het tweede veld `89` ton.

De gemiddelde opbrengst per hectare, afgerond op één cijfer achter de komma `= (124+89)/(3+2)=42,6` ton.

Opgave 5

De familie De Groot maakt een wandeling. Het eerste stuk lopen ze door een bos. Er is veel te zien, waardoor ze in één uur maar `3` km ver komen. Dan gaat het regenen. Ze lopen flink door en hebben na een half uur `2` km afgelegd. Na een korte stop lopen ze in twee uur weer terug naar huis ( `5` km).

Bereken de gemiddelde wandelsnelheid in kilometers per uur. Rond af op één cijfer achter de komma.

Opgave 6

Drinkwater weegt `0,998` kg per liter, zeewater weegt `1,024` kg per liter. In een tank wordt `2000` liter drinkwater gemengd met `1000`  liter zeewater.

Hoeveel weegt dit mengsel in kg per liter? Geef je antwoord in drie decimalen nauwkeurig.

verder | terug