Diagrammen > Gemiddelden
123456Gemiddelden

Testen

Opgave 13

Janna heeft voor het vak nederlands de volgende cijfers gehaald:

  • een `7,1` een `6,5` en een `8,3` voor overhoringen die één keer meetellen;

  • een `6,0` en een `7,6` voor proefwerken die drie keer meetellen;

  • een `6,0` voor een spreekbeurt die twee keer meetelt.

a

Bereken haar gemiddelde cijfer in één decimaal nauwkeurig.

b

Janna mag één van beide proefwerken herkansen. Kan ze daarmee haar gemiddelde zo ver omhoog krijgen dat ze als eindcijfer voor nederlands een `8` krijgt?

Opgave 14

Tijdens een wielerwedstrijd wordt van een wielrijder regelmatig de gemiddelde snelheid bepaald. De eerste drie kwartier reed hij gemiddeld `34`  km/h, het halve uur daarna `29`  km/h en daarna nog `50`  minuten `37`  km/h.

Bereken zijn gemiddelde snelheid over de gehele wielerwedstrijd.

verder | terug