Diagrammen > Frequentietabel
123456Frequentietabel

Voorbeeld 3

In de kruistabel, een tweedimensionale frequentietabel, worden de cijfers van twee vakken bij dezelfde klas met elkaar vergeleken. Een leeg vakje betekent: geen. In de tabel kun je bijvoorbeeld zien dat drie leerlingen een 6 hebben gehaald voor wiskunde en een 7 voor science.

Opgave 8

Bekijk de kruistabel in Voorbeeld 3.

a

Hoeveel leerlingen hebben een 6 voor science en een 7 voor wiskunde?

b

Hoeveel leerlingen zitten er in totaal in deze klas?

c

Hoeveel leerlingen hebben een hoger cijfer voor wiskunde dan voor science?

Opgave 9

Bekijk de kruistabel in Voorbeeld 3.

a

Waarom moet het hier gaan om de leerlingen van één klas? Waarom kun je zo niet twee verschillende klassen voor een bepaald vak met elkaar vergelijken?

b

Hoeveel procent van de leerlingen van deze klas had voor beide vakken een 8 of hoger? Rond je antwoord af op één decimaal.

c

Hoeveel procent van de leerlingen van deze klas had voor minstens één van beide vakken een 8 of hoger? Rond je antwoord af op één decimaal.

Opgave 10

Bekijk de kruistabel in Voorbeeld 3.

a

Zijn er leerlingen die een laag cijfer hebben voor science en een hoog cijfer voor wiskunde? Licht je antwoord toe.

b

Zijn er leerlingen die een hoog cijfer hebben voor science en een laag cijfer voor wiskunde?

c

Kun je op grond van de kruistabel beweren dat wie goed is in science ook goed is in wiskunde? En omgekeerd? Licht je antwoord toe.

d

Hoe zou de kruistabel eruit moeten zien als er geen enkel verband tussen de cijfers voor science en wiskunde zou bestaan?

verder | terug