Dit steelbladdiagram laat zien welke cijfers er in een bepaalde klas zijn gehaald. Je ziet meteen dat de meeste leerlingen ( `8` ) een cijfer vanaf `6,0` tot `7,0` hebben gehaald. En dat er `18` cijfers boven de `6,0` waren. Je kunt ook zien welk cijfer het meest werd gehaald: `8,6` ; het modale cijfer.
Om het gemiddelde cijfer te berekenen, moet je de cijfers allemaal optellen en delen door `30` .
Bekijk het steelbladdiagram met de cijfers van B1H voor science. Het zijn de eindcijfers op één decimaal nauwkeurig.
Je kunt meteen zien hoeveel cijfers vanaf `6,0` tot `7,0` er zijn gescoord. Hoeveel zijn dat er?
Wat is een voordeel van deze manier van cijfers weergeven?
Waarom is het lastiger om hier snel een frequentietabel uit te halen van de gehele eindcijfers?
Waarom kun je geen modaal cijfer vaststellen?
Wat is het modale cijfer als je afrondt op hele cijfers?
Bekijk het steelbladdiagram van de lengtes van de leerlingen in B1H.
Hoe nauwkeurig zijn deze lengtes bepaald?
Welke lengte is de modale lengte?
Als er in deze klas een leerling bijkomt met een lengte van `1,80` m, verandert er dan iets aan de modale lengte?
Bereken de gemiddelde lengte in B1H voor en nadat de betreffende leerling erbij is gekomen. Rond af op gehele centimeters.