Diagrammen >

Testen

Opgave 8

Je ziet de tijden (gemeten in seconden) die op de `60` meter sprinten bij gymnastiek door klas 2F zijn gelopen.

jongens

meisjes

`9,7` `9,2` `9,5` `9,6` `10,6` `9,6`
`9,4` `9,7` `9,1` `9,5` `9,4` `9,6`
`8,9` `9,9` `10,3` `9,6` `11,2` `11,4`
`9,5` `10,2` `9,2` `9,7` `9,5` `9,6`
a

Maak van deze gegevens een dubbelzijdig steelbladdiagram.

b

Wat is de modale waarneming voor de hele klas? En bij de jongens?

c

Wat is de gemiddelde tijd bij de meisjes?

d

Kun je zeggen dat de jongens sneller zijn dan de meisjes?

Opgave 9

Bekijk de vijf treingrafen.

a

Maak van de vijf grafen één gecombineerde graaf.

b

Hoeveel knopen en wegen heeft de gecombineerde graaf?

c

Plan een rondreis waarin je zo veel mogelijk steden aandoet. Je mag niet twee keer in dezelfde stad komen. Vertrekpunt en eindpunt moeten dezelfde stad zijn.

Opgave 10

In de buurt van Zutphen liggen de dorpen Almen, Harfsen, Epse, Wilp en Voorst. In deze graaf zie je hoeveel kilometer ze (via de kortste weg) uit elkaar liggen.

a

Teken een afstandentabel met de kortste afstanden bij deze graaf. Zet de plaatsen in de volgende volgorde: Zutphen, Almen, Harfsen, Epse, Wilp en Voorst.

b

Als je van Harfsen naar Wilp gaat, ga je via Epse. Hoe zie je dat in de graaf?

c

Je wilt op de fiets met begin- en eindpunt Zutphen een rondrit langs alle dorpen maken. Hoeveel kilometer moet je minimaal fietsen?

Er wordt aan de weg gewerkt: de weg tussen Epse en Harfsen wordt geheel afgesloten en de weg tussen Zutphen en Almen wordt eenrichtingsverkeer: je kunt nog wel direct van Zutphen naar Almen, maar niet meer direct van Almen naar Zutphen.

d

Voor je fietstocht moet je nu waarschijnlijk een nieuwe route kiezen. Welke route kies je?

d

Hoeveel kilometer is de nieuwe rondrit?

Opgave 11

In de frequentietabel zie je de rapportcijfers voor het vak Engels van klas B1A.

cijfer 3 4 5 6 7 8 9 10
frequentie 1 2 2 7 12 4 2 1
a

Hoeveel leerlingen zitten er in deze klas?

b

Bereken in één decimaal nauwkeurig het gemiddelde rapportcijfer van klas B1A.

In de frequentietabel zie je de rapportcijfers voor het vak Engels van klas B1B.

cijfer 3 4 5 6 7 8 9 10
frequentie 0 0 2 6 11 5 2 1
c

Bereken in één decimaal nauwkeurig het gemiddelde rapportcijfer van klas B1B.

d

Maak lijndiagrammen van de relatieve frequenties in één figuur om de resultaten van beide klassen te kunnen vergelijken.

e

Bereken het gemiddelde voor het vak Engels gerekend over beide klassen samen vanuit de gemiddelden die je eerder per klas hebt uitgerekend. Laat je berekening zien. Rond af op één decimaal.

Opgave 12

In 1990 werd er door de Nederlandse vissersvloot voor € 400 miljoen aan vis aangevoerd. In dit cirkeldiagram vind je de verdeling over verschillende soorten.

Bereken de bijbehorende sectorhoeken en de bijbehorende waarden in miljoenen euro’s. Rond af op hele cijfers.

Opgave 13

Je ziet hoe de lengtes van een vrouwenbasketbalteam worden vergeleken met die van een mannenteam. De lengtes zijn in inches gegeven. Een inch is `2,54`  cm.

a

Uit hoeveel spelers bestaat het vrouwenteam?

b

Hoeveel centimeter is de langste vrouw van het vrouwenteam?

c

Hoeveel centimeter is de langste man van het mannenteam?

d

Waarom kun je geen modale lengtes vaststellen in deze teams?

e

Bepaal de gemiddelde lengte van de vrouwen en die van de mannen in centimeters.

f

Kun je concluderen dat de mannen meer lengte in het team hebben?

verder | terug