Soms heb je echt veel verschillende gegevens. Bijvoorbeeld de lengtes van meisjes. Dat noem je de ruwe data. Het maken van een frequentietabel levert dan weinig overzicht op. Daarvoor kun je beter de lengtes groeperen in zogenaamde "klassen" . Daarover gaat dit onderdeel.
Je leert in dit onderwerp:
Voorkennis:
(gewogen) gemiddelde, modus en mediaan van een hoeveelheid gegevens berekenen;
werken met (relatieve) frequenties en (relatieve) frequentietabellen;
werken met kruistabellen.