Statistiek > Klassenindeling
123456Klassenindeling

Theorie

Een groep gegevens (liefst in de vorm van getallen) noem je ruwe data, ruwe gegevens. Erg overzichtelijk zijn de ruwe data meestal niet.
Dan ga je ze ordenen in klassen, dat zijn groepjes getallen die dicht bij elkaar liggen.
Je begint met het kiezen van de klassengrenzen. Normaal gesproken kies je alle klassen even breed.

Het verschil van de klassengrenzen van een klasse heet de klassenbreedte.
Het klassenmidden is meestal het gemiddelde van de twee klassengrenzen.

Het aantal getallen dat in een bepaalde klasse komt is de absolute frequentie van de klasse. Vaak zijn relatieve frequenties handiger. De relatieve frequentie bepaal je door de frequentie te delen door het totaal. Ook kun je het percentage berekenen, je vermenigvuldigt dan de relatieve frequentie met `100` .

Nu heb je geordende data, de cijfers van de klas zijn overzichtelijk weergegeven in een klassenindeling. Het gemiddelde kun je nu alleen nog maar schatten met behulp van de klassenmiddens.

verder | terug