Die cijfers zijn vrijwel allemaal verschillend.
De cijfers , , ... .
De cijfers , , ... .
De cijfers , , , ... .
Dat zit hem in het afronden, je krijgt dan toch iets andere cijfers om het gemiddelde mee te berekenen.
Doen.
%. Je kunt dit gemakkelijk uit de frequentietabel halen omdat precies een grens van een klasse is. Je hoeft dan alleen maar de percentages van deze klasse en de twee voorgaande op te tellen.
%. De is geen grens van een klasse en in de frequentietabel kun je niet meer zien welke cijfers er in een klasse zitten.
Je veronderstelt dan dat de helft van de cijfers van de klasse onder de zit omdat dit getal precies in het midden van die klasse zit.
De klassenbreedte is en zit onder de . Dus neem je aan dat het percentage is. Vanuit de ruwe data is het percentage .
.
Zie de tabel hieronder.
klasse | freq. |
2 | |
4 | |
6 | |
8 | |
7 | |
3 |
Zie figuur.
en . Je vindt dus niet precies hetzelfde. Dat komt door het afronden.
De klassenbreedte is en zit boven de . Dus neem je aan dat het percentage is. Vanuit de ruwe data is het percentage .
Je kunt dan uit je klassenindeling niet meer de cijfers in gehelen nauwkeurig halen. Maar als je dat ook niet van plan bent kan zo'n klassenindeling even goed als die in de voorgaande opgave.
Eigen antwoord. Hier ga je in het volgende onderdeel verder op in.
Je houdt zo maar drie klassen over en de verdeling van de cijfers wordt zo wel erg grof. Er gaat dan veel informatie verloren.
Doen.
In 2A: %.
In 2B: %.
In 2B zijn minder onvoldoendes gevallen, meer kun je hieruit niet concluderen.
In 2A: ongeveer %.
In 2B: ongeveer %.
In 2B zijn meer cijfers onder de gevallen.
In 2A: .
In 2B: .
Omdat de klassen zo zijn gekozen dat ze alle cijfers bevatten die op hetzelfde gehele cijfer worden afgerond.
In 2A: ongeveer .
In 2B: ongeveer .
De verschillen zijn niet heel groot.
Omdat de ruwe data niet bekend zijn.
Juist door het in klassen plaatsen zie je beter dat de meeste lengtes tussen de en de cm zitten. En dat vrijwel alle lengtes tussen de en cm zitten. Met de ruwe data is dat veel moeilijker zoeken, omdat ze vrijwel nooit op volgorde staan.
dus %.
dus %.
Bereken . De uitkomst deel je door .
Minimaal cm.
Maximaal cm.
In die klasse zitten de getallen tot en met als er in mm nauwkeurig is gemeten. Dat zijn getallen, dus de getallen in deze klasse kunnen wel allemaal verschillend zijn.
ogen.
ogen.
Zie de tabel hieronder.
klasse | freq. |
Tot de klasse horen alleen de getallen , en . Het klassenmidden is dus .
Je kunt niet het gemiddelde van de klassengrenzen nemen want niet alle getallen vanaf
tot zijn mogelijk, het is nu de middelste van alleen gehele getallen.
ogen.
Dit gaat het makkelijkst met de frequentietabel: dus in % van de worpen.
Omdat de score op meer manieren met vijf dobbelstenen te maken is dan de score .
, gewoon het gemiddeld van de klassengrenzen. Dat komt omdat voor de gewichten alle waarden vanaf tot aan mogelijk zijn.
kg.
, dus %.
Zie de tabel hieronder.
leeftijdsklasse | freq. |
Tot de klasse horen de leeftijden , , , en . Het klassenmidden is dus .
en dus jaar.
Dit gaat het makkelijkst met de frequentietabel: dus % van de bezoekers.
leerlingen.
cm.
Je krijgt nu cm. Het verschil ontstaat doordat bij het samenvoegen van twee klassen geen rekening is gehouden met de verschillen in aantal binnen de afzonderlijke klassen.
Zie de tabel.
gewichtsklasse | jongens | meisjes |
abs.freq. | abs.freq. | |
totaal | 30 | 30 |
Jongens: gram.
Meisjes: gram. (Nauwkeuriger kun je het antwoord niet geven gezien de ruwe data.)
en dat is %.
%.
Vergelijk je resultaten met die van de andere leerlingen.
Vergelijk je resultaten met die van de andere leerlingen.
Vergelijk je resultaten met die van de andere leerlingen.
Vergelijk je resultaten met die van de andere leerlingen.
Vergelijk je resultaten met die van de andere leerlingen.