Statistiek > Klassenindeling
123456Klassenindeling

Verwerken

Opgave 8

Johan gooit zestig keer met vijf dobbelstenen en noteert telkens de som van de vijf aantallen ogen. Zijn scores zijn als volgt:

16 22 21 16 20 24 20 23 16 22
17 15 17 26 23 20 17 19 21 23
17 22 18 14 18 15 16 18 17 18
20 22 18 18 25 14 13 12 15 17
22 14 18 20 12 20 15 18 15 24
17 12 23 14 11 14 21 16 18 5
a

Wat was het grootste getal dat hij had kunnen gooien? Leg uit.

b

Bereken de gemiddelde score in één decimaal nauwkeurig.

c

Maak een frequentieverdeling van de scores. Neem als klassen 5 < 8   en  8 < 11 , enzovoorts.

d

Welke scores horen tot de klasse 5 < 8 ? Wat is dus het klassenmidden? En waarom kun je nu niet gewoon het gemiddelde van de klassengrenzen nemen?

e

Bereken nu met behulp van de klassenindeling de gemiddelde score.

f

In hoeveel procent van de worpen scoorde Johan meer dan 13 maar minder dan 23 ?

g

Waarom zou score 18 zoveel vaker voorkomen dan score 28 ?

Opgave 9
gewichtsklasse freq.
45 < 50 1
50 < 55 5
55 < 60 8
60 < 65 15
65 < 70 19
70 < 75 9
75 < 80 3

Je ziet hier een frequentietabel van de gewichten van een groep personen.

a

Welk klassenmidden heeft de klasse 45 < 50 ? Licht je antwoord toe.

b

Bereken het gemiddelde gewicht in één decimaal nauwkeurig.

c

Hoeveel procent van deze groep mensen weegt minder dan 70 kg?

Opgave 10

Bij een cabaretvoorstelling is aan 44 bezoekers hun leeftijd gevraagd. Het resultaat is als volgt:

31 29 18 16 24 47 12 32 52 10 26
22 12 53 49 25 21 59 51 32 16 27
18 29 31 37 17 42 31 39 19 33 28
44 16 29 22 17 19 54 27 30 28 51
a

Maak een klassenindeling met als klassen 10 < 15 , enzovoorts. Maak er een frequentietabel bij.

b

Welke leeftijden horen tot de klasse 50 < 55 ? Wat is dus het klassenmidden?

c

Schat met behulp van de klassenindeling de gemiddelde leeftijd van deze bezoekers.

d

Hoeveel procent van de ondervraagden was jonger dan 30 ?

Opgave 11

Je ziet hier een verdeling van de lengtes van de vrouwelijke leerlingen van een balletschool. Op de horizontale as staan de klassenmiddens in cm.

a

Schrijf de eerste klasse van de indeling op.

b

Van hoeveel leerlingen is de lengte gemeten?

c

Schat met behulp van de klassenindeling de gemiddelde lengte van deze leerlingen in cm nauwkeurig.

d

Maak een nieuwe klassenindeling met klassen 100 < 120 , enzovoorts. Bereken opnieuw de gemiddelde lengte van deze leerlingen, maar nu vanuit de nieuwe klassenindeling. Verklaar het verschil.

Opgave 12

Op 1 januari 2003 werden de volgende geboortegewichten van een groep jongens gemeten. De resultaten in grammen:

1850 2100 2500 2600 2700 2800 2900 3150 3250 3300
3300 3400 3400 3500 4000 4000 4000 4050 4090 4100
4150 4160 4180 4200 4200 4400 4500 4700 4800 4850

Hetzelfde gebeurde bij een even grote groep meisjes:

2400 2500 2500 2600 2700 2800 2800 2800 2900 2900
3000 3000 3100 3100 3200 3200 3200 3300 3300 3350
3400 3400 3500 3500 3600 3700 3800 3900 4000 4000

Omdat je de geboortegewichten van deze twee groepen wilt vergelijken maak je een klassenindeling en de bijbehorende frequentietabellen. Neem klassen met een breedte van 500 gram. De eerste klasse begint bij 1500 .

a

Maak een geschikte frequentietabel.

b

Schat de gemiddelden van beide groepen met behulp van de klassenindeling bij a.

c

Hoeveel procent van de jongens woog meer dan het bij b gevonden gemiddelde van de meisjes?

d

Hoeveel procent van de jongens woog meer dan het zwaarste meisje?

verder | terug