Statistiek > SchattenVerwerken
In een klas zijn voor een toets de volgende cijfers behaald:
| 6,5 | 9,3 | 5,2 | 6,1 | 6,2 | 6,2 | 2,6 | 3,6 | 9,6 | 7,9 |
| 7,4 | 8,4 | 7,1 | 4,4 | 9,0 | 8,3 | 8,3 | 4,8 | 8,2 | 6,5 |
| 6,5 | 5,8 | 6,4 | 5,4 | 6,0 | 6,2 | 7,2 | 5,8 | 6,3 | 6,9 |
Bepaal de variatiebreedte.
Als je een staafdiagram van deze gegevens wilt maken is het verstandig om eerst een klassenindeling te maken. Waarom is dat?
Maak een klassenindeling van de resultaten en teken het staafdiagram. Welke klassen liggen hier voor de hand?
Bepaal de modale klasse.
In welke klasse ligt de mediaan? Hoeveel wordt de mediaan naar schatting?
Hoeveel wordt het eerste kwartiel naar schatting?
Op een school is gedurende een jaar elke schooldag bijgehouden hoeveel leerlingen er ziek waren. Je ziet de gegevens hier verwerkt in een staafdiagram. De laatste klasse bevat in feite alle dagen dat het aantal zieken of meer was.
Hoeveel schooldagen waren er dat jaar?
Schat de mediaan.
Bereken het gemiddelde aantal zieke leerlingen per dag in gehelen. Neem voor de laatste klasse als klassemidden .
Je hebt voor de laatste klasse als klassenmidden genomen. Voor welke centrummaat is die keuze van belang? Licht je antwoord toe.
In het staafdiagram zie je de leeftijdsverdeling van een groep reizigers die met bussen op weg is naar de Costa del Sol.
Maak bij het staafdiagram een frequentieverdeling. Neem dezelfde klassen als in het staafdiagram.
Bepaal de spreidingsbreedte.
Schat de gemiddelde leeftijd van de reizigers in gehele jaren.
Geef een schatting van de mediaan. Beredeneer je schatting!
Geef een schatting van de kwartielen en bereken de kwartielafstand.
Hoeveel procent van de buspassagiers was jonger dan de gemiddelde leeftijd?
De reisorganisatie geeft korting aan alle reizigers die ouder zijn dan jaar of jonger dan jaar. Geef een schatting van het percentage reizigers dat korting kreeg.
Welke klasse is de modale klasse?
Tijdens de vakantie zijn twaalf van de reizigers jarig. Verandert hierdoor de gemiddelde leeftijd in gehelen?
Hier zie je in één staafdiagram de resultaten van het gooien met een 200 grams kogel van een groep van brugklasleerlingen. Er zijn afzonderlijke diagrammen voor de jongens en de meisjes. Alle geworpen afstanden zijn tot op m nauwkeurig gemeten. Elke klasse is door het klassenmidden aangegeven.
Maak bij beide staafdiagrammen een boxplot.
Maak een schatting van het gemiddelde van de jongens en de meisjes afzonderlijk.
Kun je concluderen dat jongens van die leeftijd verder gooien dan meisjes? Licht je antwoord toe.