Figuren > Lijn, lijnstuk, punt
12345678Lijn, lijnstuk, punt

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

De rails hebben dezelfde richting.

b

De dwarsliggers hebben dezelfde richting.

c

De dwarsliggers staan recht (haaks) op de rails.

Opgave 1
a

Echt goed omschrijven kun je dit niet, je gaat er van uit dat iedereen wel weet wat je met een punt bedoeld.

b

Zonder afmetingen gaat natuurlijk niet, want dan zie je punt `A` helemaal niet. Hier is de punt een minuscuul rondje.

c

Ja, zie punt `B` .

d

Ja, maar dan wel oneindig veel.

e

Door twee snijdende lijnen te tekenen bepaal je het snijpunt.

Opgave 2
a

Ja, want punt `S` ligt op de lijn door `A` en `B` (op lijn `AB` ).

b

Het gemeenschappelijke punt van beide lijnen.

c

Als de punten `A` en `B` aan verschillende kanten van lijn `l` liggen. Eén van beide punten mag ook nog op `l` liggen.

Opgave 3
a

`l` en `k` zijn loodrecht, let op het loodrechthaakje!

b

Door de rechte hoek van je geodriehoek op punt `C` te leggen en te kijken of de lijnen dan langs de zijden van de geodriehoek liggen.

c

Punt `C` .

Opgave 4
a

Doen, zie het voorbeeld.

b

Doen.

c

De lijnen `l` en `m` hebben dezelfde richting.

Opgave 5
a

`l` en `m` .

b

Leg de onderkant van je geodriehoek op `l` zo, dat de driehoek over `m` heen ligt. Controleer nu de evenwijdigheid met behulp van de evenwijdige lijnen op je geodriehoek. Bekijk eventueel het voorbeeld nog eens.

c

Doen.

d

`n` staat ook loodrecht op `m` , maar niet op `k` .

Opgave 6
a

Doen, zie het voorbeeld.

b

Doen.

c

De lijnen `k` en `m` staan loodrecht op elkaar.

Opgave 7

Doe je best, maak het je gemakkelijk door te beginnen met een horizontale lijn.

Opgave 8
a

Staafje 6.

b

Staafjes 1 en 5.

Opgave 9
a

Zie figuur.

b

Zie figuur.

c

`m` en `n` zijn evenwijdig.

d

Zie figuur.

Opgave 10
a

Maak gebruik van "hokjes tellen" : de gegeven lijn `AB` gaat steeds `2` naar rechts en `1` omhoog. De evenwijdige lijn krijg je door vanuit `C` een serie punten te tekenen die `2` hokjes naar rechts en `1` omhoog ten opzichte van elkaar liggen. Je mag ook `2` naar links en `1` naar beneden.

b

De loodrechte lijn kun je tekenen door vanuit `C` steeds `1` hokje naar rechts en `2` naar beneden te gaan.

Opgave 11

Doen, zie eventueel de figuur bij opgave.

Opgave 12Schaakspel
Schaakspel

Doen, elk vakje wordt `1` cm bij `1` cm.

Opgave 13Optische illusies
Optische illusies

Je gelooft je ogen niet, maar in de linkerfiguur zijn alle horizontale lijnen evenwijdig. En in de rechter figuur geldt dit voor alle lijnen die schuin omlaag lopen. Overigens barst het in beide figuren ook van de evenwijdige lijnstukjes.

Opgave 14Beeldmerken
Beeldmerken

De linker is het NS-logo en de rechter is het beeldmerk van het Rode Kruis.
Het natekenen van zeker het beeldmerk van de NS is op blanco papier nog niet zo gemakkelijk. Ga er van uit dat beide pijlpunten echt bestaan uit loodrechte lijnstukken.

verder | terug