Iemand heeft een aantal lange dunne staafjes op tafel gegooid. Sommige staafjes liggen precies evenwijdig aan elkaar, andere liggen loodrecht op elkaar.
Welk(e) staafje(s) ligt (liggen) evenwijdig met staafje 7?
Welk(e) staafje(s) ligt (liggen) loodrecht op staafje 7?
Teken een lijn `l` met een punt `P` op die lijn. Teken een punt `Q` dat niet op `l` ligt.
Teken een lijn door `P` loodrecht op lijn `l` . Noem die lijn `m` .
Teken een lijn door `Q` loodrecht op lijn `l` . Noem die lijn `n` .
Wat weet je nu van de lijnen `m` en `n` ?
Het snijpunt van de lijnen `n` en `l` noem je `R` . Teken een lijn door `R` evenwijdig lijnstuk `PQ` . Noem die lijn `p` .
Een rooster kan je helpen bij het tekenen van evenwijdige en loodrechte lijnen.
Laat zien hoe je met het rooster lijn `m` door punt `C` evenwijdig aan lijn `AB` tekent.
Laat zien hoe je met het rooster lijn `n` door punt `C` loodrecht op lijn `AB` tekent.
De spoorrails van een modelspoorbaan liggen `4` cm uit elkaar en zijn `2` mm dik. Ze liggen op dwarsliggers van `6` cm lang en `0,5` cm dik.
Teken een stuk van deze modelspoorbaan.