Figuren > Lijn, lijnstuk, punt
12345678Lijn, lijnstuk, punt

Verwerken

Opgave 8

Iemand heeft een aantal lange dunne staafjes op tafel gegooid. Sommige staafjes liggen precies evenwijdig aan elkaar, andere liggen loodrecht op elkaar.

a

Welk(e) staafje(s) ligt (liggen) evenwijdig met staafje 7?

b

Welk(e) staafje(s) ligt (liggen) loodrecht op staafje 7?

Opgave 9

Teken een lijn `l` met een punt `P` op die lijn. Teken een punt `Q` dat niet op `l` ligt.

a

Teken een lijn door `P` loodrecht op lijn `l` . Noem die lijn `m` .

b

Teken een lijn door `Q` loodrecht op lijn `l` . Noem die lijn `n` .

c

Wat weet je nu van de lijnen `m` en `n` ?

d

Het snijpunt van de lijnen `n` en `l` noem je `R` . Teken een lijn door `R` evenwijdig lijnstuk `PQ` . Noem die lijn `p` .

Opgave 10

Een rooster kan je helpen bij het tekenen van evenwijdige en loodrechte lijnen.

a

Laat zien hoe je met het rooster lijn `m` door punt `C` evenwijdig aan lijn `AB` tekent.

b

Laat zien hoe je met het rooster lijn `n` door punt `C` loodrecht op lijn `AB` tekent.

Opgave 11

De spoorrails van een modelspoorbaan liggen `4` cm uit elkaar en zijn `2` mm dik. Ze liggen op dwarsliggers van `6` cm lang en `0,5` cm dik.

Teken een stuk van deze modelspoorbaan.

verder | terug