In de wiskunde versta je onder afstand altijd de lengte van de kortste verbinding.
De afstand tussen twee punten `A` en `B` is de lengte van het lijnstuk `AB` tussen die punten. Iedere andere verbinding tussen beide punten is langer.
Bekijk de applet: Afstand tussen twee punten.
Beweeg `S` over lijn `l` . Je ziet dat je de kortste verbinding tussen punt `C` en lijn `l` krijgt als `CS` loodrecht staat op `l` . De lengte van `CS` is dan de afstand van punt `C` tot lijn `l` . De lijn `CS` is dan de loodlijn door `C` op `l` .
Bekijk de applet: Afstand tussen punt en lijn.
Bekijk de eerste figuur van de
Je kunt zowel punt `A` als punt `B` verplaatsen.
Teken zelf twee punten `A` en `B` zo, dat hun onderlinge afstand `3` cm is.
Zet de beide punten zo neer dat hun onderlinge afstand `3` is.
Komt op het beeldscherm die afstand overeen met `3` cm?
Leg uit waarom de wiskundige afstand van je huis tot de school altijd kleiner is dan de afstand die je zelf aflegt.
Bekijk de tweede figuur van de
Je kunt bijna alles verplaatsen.
Verplaats punt `S` over lijn `l` . Laat zien dat de wiskundige afstand van punt `C` tot lijn `l` de lengte is van `CS` als `CS` loodrecht op `l` staat.
Teken zelf op een blanco blad een lijn `l` en een punt `P` dat precies `3` cm van die lijn af ligt.