Figuren > Vlakke figuren
12345678Vlakke figuren

Voorbeeld 2

Bijzondere vierhoeken zijn de rechthoek, de ruit, het vierkant, de vlieger en het parallellogram. Zijden met een gelijke lengte hebben gelijke streepje, evenwijdige zijden gelijke pijltjes.

  • In een rechthoek staan opvolgende zijden loodrecht op elkaar.

  • Van een ruit zijn de zijden even lang.

  • Van een vierkant zijn de zijden even lang en staan opvolgende zijden loodrecht op elkaar.

  • In een vlieger zijn beide diagonalen loodrecht en deelt de éne diagonaal de andere doormidden.

  • In een parallellogram zijn overstaande zijden evenwijdig en even lang.

  • Een trapezium heeft één paar evenwijdige zijden.

Opgave 7

Hier en op het werkblad zie je de tekening van allerlei vierhoeken (en één driehoek) nog eens.

a

Zet in elke vierhoek zijn naam en geef de eigenschappen er in aan. Evenwijdige lijnstukken kun je aangeven met gelijke pijltjes op de lijnstukken of je zet naast de figuur welke lijnstukken evenwijdig zijn.

b

Je kunt bij veel vierhoeken meerdere namen zetten. Je neemt dan de naam die de meeste eigenschappen vertegenwoordigt. Leg uit wat dit voor vierhoek I betekent.

Opgave 8

Gebruik de applets bij Practicum .

In de eerste applet kun je van een vlieger een ruit maken. Zorg er zoveel mogelijk voor dat de hoekpunten van de figuur op de snijpunten van roosterlijnen vallen.

a

Maak een ruit. Leg uit waarom je zeker weet dat deze vlieger nu een ruit is geworden.

b

Is elke ruit een vlieger?

c

Is elke vlieger een ruit?

d

Je kunt ook een vierkant maken. Waar moet je dan voor zorgen?

e

Waarom kun je hier geen rechthoek maken?

In de tweede applet begin je met een trapezium.

f

Waarom is deze figuur altijd een trapezium?

g

Hoe maak je er een parallellogram van?

h

Maak ook een vierkant van vierhoek `ABCD` . Waarom heb je nu meteen ook een ruit gemaakt?

Opgave 9

Lees de volgende uitspraken. Leg uit of ze waar of niet waar zijn.

a

Elk vierkant is ook een rechthoek.

b

Elk vierkant is ook een ruit.

c

Elke ruit is ook een vierkant.

d

In elk vierkant staan de diagonalen loodrecht op elkaar.

e

In elke rechthoek staan de diagonalen loodrecht op elkaar.

verder | terug