Van de vlieger `ABCD` is hoekpunt `A` vast, de andere kun je bewegen. Altijd blijven `AB` en `AD` even lang, evenals `CB` en `CD` . Verander de vlieger in een ruit en/of een vierkant. Waarom kan het geen rechthoek worden?
Van het trapezium `ABCD` is hoekpunt `A` vast, de andere kun je bewegen. Altijd blijven `AB` en `CD` evenwijdig. Verander het trapezium in een parallellogram en/of een rechthoek. Kan het ook een vierkant, een ruit en/of een vlieger worden?
Bekijk de applet: Trapezium.
Bekijk de applet: Vlieger.