Ruimtelijke figuren > Ruimtelijke figuren
1234567Ruimtelijke figuren

Voorbeeld 1

Een prisma kan de meest uiteenlopende vormen hebben. Er zijn altijd twee precies gelijke, hoekige vlakken die evenwijdig zijn. Deze twee vlakken zijn met elkaar verbonden door andere vlakken. Als deze vlakken rechthoekig zijn, is het een recht prisma.

(Twee vlakken zijn evenwijdig als ze in de ruimte dezelfde richting hebben. En dus overal even ver van elkaar af liggen.)

In dit driehoekige glazen prisma zijn de twee gelijke, evenwijdige vlakken de onderkant en de bovenkant.

Dit vogelhuisje is ook een voorbeeld van een prisma. De voorkant en de achterkant zijn de twee gelijke, evenwijdige vlakken. Alle andere vlakken zijn in werkelijkheid rechthoeken.

Opgave 4

Bekijk de drie lichamen.

a

Welke van de drie lichamen zijn prisma's?

figuur I

figuur II

figuur III

b

Waaraan herken je dat het prisma's zijn?

c

Is elke balk ook automatisch een prisma? En omgekeerd: is elke prisma ook een balk?

Opgave 5

Je ziet een geopend doosje. Gesloten heeft het de vorm van een prisma.

a

Onderkant en bovenkant hebben dezelfde vorm. Welke vlakke figuur betreft het?

b

Welke vorm hebben alle zijkanten?

verder | terug