Oppervlakte en omtrek > Omtrek
123456Omtrek

Voorbeeld 2

Op dit rooster is de lengte-eenheid de lengte van een roostervierkantje. Daarmee bepaal je de lengte van de omtrek van de figuur:

  • `AB = 3` eenheden

  • `BC ~~ 4,5` eenheden

  • `CD ~~ 3,5` eenheden

  • `DE ~~ 1,5` eenheden

  • `EF = 6` eenheden

  • `FA = 5` eenheden

De omtrek is dus ongeveer `24` eenheden.
Het is een vrij grove schatting vanwege de kromme gedeelten.

Als elke lengte-eenheid van het rooster in werkelijkheid `10` m is,
dan is de totale omtrek van de figuur `24 xx 10 = 240` m.

Opgave 6

Bekijk de roosterfiguur in het voorbeeld.

a

Teken zelf de figuur zo goed mogelijk na op een cm-rooster.

b

Controleer nu door meten of de omtrek van je figuur inderdaad ongeveer `24` cm is.

Opgave 7

Iemand wil in zijn tuin een terras aanleggen in de vorm van een kwart cirkel met een straal van `4` m.

a

Teken de figuur zelf, neem `1` cm voor elke meter.

b

Maak een schatting van de lengte van de cirkelboog.

c

Hoeveel bedraagt de omtrek van deze figuur?

Opgave 8

De omtrek van een cirkel kun je wel redelijk nauwkeurig bepalen als je een stuk karton en een schaar hebt.

a

Maak op het karton een cirkel met een straal van `4` cm.

b

Knip die cirkel zo nauwkeurig mogelijk uit.

c

Zet op de rand van de cirkel een duidelijke markering en zet de kartonnen cirkel loodrecht op een roosterlijn met de markering op een gemerkt roosterpunt.

d

Rol de cirkel over de roosterlijn tot het markeringspunt weer precies beneden is. Houd de cirkel keurig verticaal.

e

Na hoeveel cm is de markering weer beneden? Hoeveel bedraagt dus de omtrek van deze cirkel ongeveer?

f

Ga na dat de omtrek van een cirkel met straal `1` eenheid ongeveer `6,28` eenheden is.

g

Laat zien dat je antwoord bij e overeen komt met deze omtrek van een cirkel met straal `1` .

Opgave 9

Je weet nu dat de omtrek van een cirkel met straal `1` cm ongeveer `6,28` cm is.

Hoe groot is nu de omtrek van een fietswiel met een diameter van `90` cm?

verder | terug