Oppervlakte en omtrek > Oppervlakte
123456Oppervlakte

Voorbeeld 2

Op dit rooster is de oppervlakte-eenheid een roostervierkantje. Daarmee bepaal je de oppervlakte van deze vijver:

  • de oppervlakte van I is: `20` eenheden

  • de oppervlakte van II is: `4` eenheden

  • de oppervlakte van III is ongeveer: `5` eenheden

  • de oppervlakte van IV is ongeveer: `2` eenheden

  • de oppervlakte van V is ongeveer: `3` eenheden

  • de oppervlakte van VI is ongeveer: `1,5` eenheden

De oppervlakte is dus ongeveer `35,5` eenheden.
Het is een vrij grove schatting vanwege de kromme gedeelten.

Als elke oppervlakte-eenheid van het rooster in werkelijkheid `10` m is, dan is de totale omtrek van de figuur `35,5 xx 100 = 3550` m2.

Opgave 7

Bekijk de roosterfiguur in het voorbeeld.

a

Teken zelf de figuur zo goed mogelijk na op een cm-rooster.

b

Controleer nu door meten of de oppervlakte van je figuur inderdaad ongeveer `35,5` cm2 is.

Opgave 8

Iemand wil in zijn tuin een terras aanleggen in de vorm van een kwart cirkel met een straal van `4` m.

a

Teken de figuur zelf, neem `1` cm voor elke meter.

b

Maak een schatting van de oppervlakte van het terras.

Opgave 9

Hier zie je een cirkel, een vierkant en een ruit met dezelfde omtrek.

Welke figuur heeft de grootste oppervlakte?

verder | terug