De oppervlakte van een figuur is de grootte van het gebied binnen die figuur. Je telt hoeveel oppervlakte-eenheden er op passen. De oppervlakte-eenheid is meestal een vierkantje, bijvoorbeeld van `1` cm bij `1` cm.
Een rooster bestaande uit vierkantjes is nu erg handig: elk roostervierkantje is `1` oppervlakte-eenheid. Om van een figuur de oppervlakte te bepalen tel je het aantal roostervierkantjes dat op het binnengebied ervan past.
Veel figuren kun je slim verdelen in rechthoekjes en halve rechthoekjes.
Hieronder zie je een rechthoek `ABCD` en een halve rechthoek `DEF` op een rooster. De roosterlijnen liggen `0,5` cm van elkaar.
Hoeveel roosterhokjes is de oppervlakte van rechthoek `ABCD` ?
Hoeveel is de oppervlakte van driehoek `DEF` ?
Roosterfiguren met lijnstukken als zijden kun je vaak gemakkelijk verdelen in rechthoeken en halve rechthoeken.
Teken de zeshoek `ABCDEF` van de Uitleg op een rooster en verdeel hem in rechthoeken en halve rechthoeken.
Bepaal de oppervlakte van zeshoek `ABCDEF` .
Bepaal de oppervlakte van de volgende figuren: