Teken van deze kubusstapels telkens een vooraanzicht, een zijaanzicht en een bovenaanzicht met de hoogte erin. Geef bij elke stapel ook aan uit hoeveel kubussen deze bestaat.
2 | 4 | |
4 | 3 | 2 |
1 | 2 | 1 |
3 | 2 |
Teken een vooraanzicht en een (rechter)zijaanzicht bij de kubusstapel die bij het gegeven bovenaanzicht met cijfers hoort.
Je ziet drie aanzichten van een stapel kubussen. Hoeveel kubussen heb je minimaal nodig om deze stapel te maken? En hoeveel kun je er maximaal gebruiken?
Je ziet drie aanzichten van een eenvoudige tent. De tent heeft ook een grondzeil dat de hele bodem bedekt.
Maak een ruimtelijke tekening van deze tent. Gebruik daarvoor de maten in centimeter ( `1` meter `=2` centimeter).
Teken een uitslag van de tent.
Je ziet de nestkast van een torenvalk. Teken een drieaanzicht van de nestkast. Neem voor het met zink beklede dak een vierkant van `6` cm bij `6` cm. Teken de achterwand als een rechthoek van `5` bij `8` cm en het grondvlak als een rechthoek van `5` bij `4` cm. Van de voorkant van de nestkast is de onderste helft dichtgemaakt met een rechthoekig plankje van `5` bij `3` cm. De plankjes en het zinken dak zijn 3 mm dik.