Je zou denken dat figuur a de kubus is, want daarvan zijn de ribben even lang.
Figuur b lijkt meer op een kubus omdat lijnen die naar achteren lopen voor onze ogen korter lijken te worden.
Maak slim gebruik van het rooster. De ribben die schuin naar achteren lopen, moeten
ook allemaal evenwijdig en even lang zijn (met een lengte die kleiner is dan de werkelijke
lengte van de ribben). Laat eventueel je antwoord controleren of vergelijk het met
de kubus in de
`A D` , `E H` en `F G` .
Deze ribben lopen in werkelijkheid recht naar achteren (ten opzichte van het voorvlak waar je wel loodrecht tegenaan kijkt). In de tekening lopen ze daarom schuin naar achteren en worden ze korter getekend.
Maak een piramide zoals in
Grondvlak `ABCD` kan hetzelfde worden.
`TS` is een ribbe waar je (net als bij `AB` en `CD` ) recht tegenaan kijkt en moet nu precies `8` hokjes lang worden.
Zet steeds op elke ribbe van het grondvlak een stip op `1` cm van het hoekpunt af. Verbind deze `8` stippen met `T` en met elkaar tot een achthoekige piramide.
Niet alle zijden van het grondvlak zijn even lang.
Uit `4xx6xx2=48` kubussen.
Het is een zeszijdig prisma.
Het kan ook dat je het bijzettafeltje van de andere kant hebt getekend.
Als het goed is, lijkt je antwoord op onderstaande ruimtelijke tekening, maar als je de letter F bijvoorbeeld plat hebt neergelegd, of andere afmetingen hebt genomen, dan mag dat natuurlijk ook.
Bijvoorbeeld zo: