Oppervlakte en omtrek > Schaallijnen
123456Schaallijnen

Uitleg

Op veel kaarten staan schaallijnen. Daarmee kun je de werkelijke afstand tussen twee punten bepalen. De afstand op de kaart vergelijk je met de schaallijn.

Deze schaallijn heeft een lengte van `10` km.
Iets wat op een kaart net zo lang is als de schaallijn is dus in werkelijkheid 10 km lang.

Als de schaallijn op de kaart een lengte heeft van `5` cm,
dan is op die kaart elke `5` cm in werkelijkheid `10` km.
En `10` km `= 10.000` m `= 1.000.000` cm.
Als `5` cm in werkelijkheid `1.000.000` cm is, zeg je dat de kaart een schaal heeft van `1 : 200.000` .
Elke cm is dan in werkelijkheid `200.000` cm `= 2` km.

Opgave 1

Hier zie je twee schaallijntjes van 6 cm lengte.

Schrijf van elke schaallijn de juiste schaal op.

schaal `1 : ...` schaal `1 : ...`
Opgave 2

Hier zie je twee letters op een rooster. De figuren zijn getekend op schaal `1 : 500` . Hier betekent dit dat elk roosterhokje in werkelijkheid `500` cm is.

a

Hoe groot is de omtrek van beide figuren? Geef je antwoord in meter.

b

Hoe groot is de oppervlakte van beide figuren? Geef je antwoord in vierkante meter.

Opgave 3

Een euromunt is getekend op schaal `2 : 1` .

a

Teken een bijpassende schaallijn.

b

Leg uit waarom de diameter van de munt in de tekening nu twee keer zo groot is als die van een werkelijke euromunt.

c

Is de oppervlakte van de euromunt ook twee keer zo groot als die van een werkelijke euromunt?

verder | terug