Oppervlakte en omtrek > Totaalbeeld
123456Totaalbeeld

Testen

De volgende opgaven zijn bedoeld om na te gaan of je de onderdelen 1 tot en met 5 van het onderwerp "Omtrek, oppervlakte, schaal" voldoende beheerst.
Opgave 6

Je ziet hier drie letters op een rooster.

a

Bepaal de omtrek van de letter H.

b

Benader de omtrek van de andere twee letters in één decimaal nauwkeurig. De omtrek van een cirkel is ongeveer 6,28 keer de straal.

c

Bereken de omtrek van elk van deze drie letters als een roostereenheid 2 cm is.

Opgave 7

Bekijk de drie letters uit opgave 6 nog eens.

a

Bepaal de oppervlakte van de letters H en M.

b

Benader de oppervlakte van de letter D zo goed mogelijk.

c

Bereken de oppervlakte van elk van deze drie letters als een roostereenheid 2 cm is.

Opgave 8

Vul op de stippeltjes het juiste getal in.

a

51 dam = ... dm

b

51 dam2 = ... dm2

c

352 mm = ... m

d

352 mm2 = ... m2

e

240 are = ... m2

Opgave 9

De omtrek van een fietswiel is ongeveer 220 cm.

Hoe vaak gaan je wielen rond als je op deze fiets 44 km fietst?

Opgave 10

Een olifant is in werkelijkheid 3 m hoog. Hij is getekend op schaal 1 : 100 . Naast de olifant staat een muis getekend, die even hoog is als de olifant.

a

Hoe hoog is de olifant in de tekening?

b

De muis is in werkelijkheid 9 cm hoog. Op welke schaal is de muis getekend?

c

Hoeveel keer zo hoog is de olifant ten opzichte van de muis in werkelijkheid?

Opgave 11

Een vlo is getekend op schaal 10 : 1 . In deze tekening is de vlo 3 cm lang.

a

Hoe lang is die vlo in werkelijkheid?

b

Op welke schaal is deze foto van de vlo gemaakt?

c

Een vlo kan 40 keer zijn eigen lengte springen. Hoeveel cm is dat?

Opgave 12

Op een kaart met een schaal van 1 : 200 heeft een bouwkavel een oppervlakte van 16 cm2.

a

Hoeveel m2 is de oppervlakte van deze kavel in werkelijkheid?

Een rechthoekig weiland van 2,5 hectare heeft op een kaart een oppervlakte van 1000 cm2.

b

Wat is de schaal van die kaart?

verder | terug