Ruimtelijke figuren > Ruimtelijk tekenen
12345678Ruimtelijk tekenen

Verwerken

Opgave 8

Teken een balk A B C D . E F G H met A B = 4 cm, A D = 3 cm en A E = 1 cm.

a

Teken deze balk op roosterpapier. Stippel de onzichtbare ribben.

b

Zet de letters bij de hoekpunten.

c

Uit hoeveel kubussen van 1 cm bij 1 cm bij 1 cm bestaat het?

Opgave 9

Deze kaars heeft de vorm van een regelmatige vierzijdige piramide met een grondvlak van 6 cm bij 6 cm en een hoogte van 30 cm.

Teken deze kaars op roosterpapier op schaal 1 ÷ 2. Stippel de onzichtbare ribben.

Opgave 10

Hier en op het werkblad zie je een bol met een diameter van 4 cm. Een cilinder en een kegel hebben dezelfde diameter. De hoogte van de kegel en de cilinder is evenveel als de diameter van de bol.

Teken beide figuren naast de bol.

Opgave 11

Hier en op het werkblad zie je een prisma en een deel van een prisma.

a

Maak het tweede prisma af. Hoe heet zo'n prisma?

b

Teken zelf nog een derde prisma.

Opgave 12

Dit is de "Lümmel" een stoel/poef/bijzettafeltje. Hij bestaat uit twee in elkaar geschoven balken.

Teken op roosterpapier zo'n lümmel. Het gaat waarschijnlijk het gemakkelijkst wanneer je hem als bijzettafeltje tekent. Kies de afmetingen zo, dat hij zo goed mogelijk lijkt op het voorbeeld.

verder | terug