Er zijn kubussen.
eenheidskubussen.
eenheidskubussen.
eenheden.
Omdat de zijden geen gehele eenheden zijn.
eenheidskubussen.
eenheden.
cm3.
Linker prisma:
`1/2 xx 3 xx 4 xx 5 = 30`
cm3.
Rechter prisma:
`1/2 xx 3 xx 4 xx 4 + 3 xx 4 xx 4 = 72`
cm3.
Doen.
Maak de beschreven verdeling.
Bekijk het voorbeeld nog eens, er zijn lagen van eenheidskubussen, dus de inhoud is .
Elk prisma is opgebouwd uit gelijke lagen boven elkaar (of achter elkaar).
Linker figuur: hoogte
`= 4`
cm en grondvlak
`= 9`
cm2, dus inhoud
`= 36`
cm3.
Middelste figuur: hoogte
`= 6`
cm en grondvlak
`= 1/2 xx 3 xx 4 = 6`
cm2, dus inhoud
`= 36`
cm3.
Rechter figuur: hoogte
`= 5`
cm en grondvlak
`= 4 xx 4 - 1/2 xx 2,5 xx 2,5 = 12 7/8`
cm2, dus inhoud
`= 66 3/8`
cm3.
cm.
Er zijn lagen van elk eenheden.
Omdat zo'n figuur altijd is opgebouwd uit gelijke lagen van eenheidskubussen (of delen ervan) hoef je alleen maar het aantal eenheidskubussen van één laag (zoals het grondvlak) met het aantal lagen te vermenigvuldigen.
cm3.
cm3.
Je moet er natuurlijk wel van uit gaan dat de maatstreepjes de inhoud met steeds gelijke tussenstappen weergeven. Ze komen dan dichter bij elkaar naarmate de beker wijder wordt naar boven toe.
Inhoud linker figuur is cm3.
Inhoud rechter figuur is cm3.
Kubus: inhoud
`= 9 xx 9 xx 9 = 729`
cm3.
Balk: inhoud
`= 10 xx 8 xx 8 = 640`
cm3.
Prisma: inhoud
`= 1/2 xx 12 xx 8 xx 12 = 576`
cm3.
Cilinder: inhoud
`= 50,24 xx 12 = 602,88`
cm3.
Dus de kubus heeft de grootste inhoud.
`7,0 xx 3,5 xx 12,5 = 306,25` cm3.
Het gewicht is `6,28 xx 120 xx 7,9 = 5953,44` gram.
Doen.
`APQD` is het grondvlak.
De inhoud is `10 xx 4 = 40` cm3.
De inhoud wordt `6 xx 10 xx 3 + 1/2 xx 6 xx 3 xx 10 + 2,5 xx 2,5 xx 2,5 + 1/2 xx 2,5 xx 0,5 xx 2,5 ~~ 287` m3.
Verdeel de figuur in balken en halve balken.
Of... beschouw de figuur als een prisma.
Eigen antwoord.