Ruimtelijke figuren > Inhoud
12345678Inhoud

Uitleg

Om de inhoud van een (ruimtelijk) voorwerp te bepalen, tel je hoeveel inhoudseenheden er in passen.
De inhoudseenheid is meestal een kubusje, bijvoorbeeld van 1 cm bij 1 cm bij 1 cm.

Om van zo'n lichaam de inhoud te bepalen tel je het aantal eenheidskubusjes dat er in past.
In plaats van inhoud zeg je ook wel volume.

In deze balk A B C D . E F G H passen 60 eenheidskubussen. De inhoud is dus 60.

Bij een balk kun je het aantal eenheidskubussen snel tellen. Je vindt dan het volume zo:

inhoud(balk) = lengte × breedte × hoogte.

Opgave 1

Gegeven is een balk A B C D . E F G H met A B = 6, B C = 4 en C G = 3 eenheden.

a

Bereken de inhoud van deze balk.

b

Het prisma A B C . E F G is een halve balk. Hoeveel bedraagt de inhoud van dit prisma?

c

Punt M is het midden van E F en punt N is het midden van G H. Teken deze punten en het prisma B F M . C G N. Hoeveel bedraagt de inhoud van dit prisma?

Opgave 2

Gegeven is een balk A B C D . E F G H met A B = 6,5, B C = 4,2 en C G = 3,1 eenheden.

a

Je moet nu ook met delen van eenheidskubussen rekenen. Waarom?

b

Bereken de inhoud van deze balk.

c

Het prisma A B C . E F G is een halve balk. Hoeveel bedraagt de inhoud van dit prisma?

d

Stel dat elke eenheidskubus een inhoud heeft van 1 cm3 (kubieke centimeter). Hoeveel bedraagt dan de inhoud van het prisma?

verder | terug