Omtrek, oppervlakte en inhoud > Omtrek
123456Omtrek

Voorbeeld 1

In dit rooster is de lengte-eenheid gelijk aan de lengte van een roostervierkantje. De omtrek kun je dus bepalen door van elk lijnstuk het aantal lengte-eenheden te bepalen en daarna al deze lengte-eenheden bij elkaar op te tellen:

  • `AB = 3` lengte-eenheden

  • `BC ~~ 4,5` lengte-eenheden

  • `CD = 2` lengte-eenheden

  • `DE ~~ 1,5` lengte-eenheden

  • `EF = 6` lengte-eenheden

  • `FA = 5` lengte-eenheden

De omtrek is dus ongeveer `22` lengte-eenheden.

Opgave 5

Bekijk de roosterfiguur in Voorbeeld 1. Teken de figuur na op ruitjespapier met ruitjes van `1` cm bij `1` cm.
Controleer door te meten, of door te tellen en te meten, of de omtrek van je figuur inderdaad ongeveer `22` cm is.

Opgave 6
a

Hoe groot is de omtrek van een rechthoek van `12` bij `12,5` ?

b

Hoe groot is de zijde van een vierkant waarvan de omtrek `144` is?

verder | terug