Hier zie je een cirkelvormig stuk karton met een straal van `8` cm en een kwart van eenzelfde kartonnen cirkel. Ze liggen deels op elkaar.
Bereken:
de omtrek van de hele kartonnen cirkel;
de omtrek van het kwart van deze kartonnen cirkel.
Rond alle antwoorden af op twee decimalen.
De straal van de cirkel is `8` cm. De diameter is twee keer de straal, dus `16` cm.
Dus omtrek (cirkel) `= pi xx 16~~50,265...`
De omtrek van de hele cirkel is ongeveer `50,27` cm.
De omtrek van een kwart kartonnen cirkel is een kwart van de omtrek van de hele cirkel plus twee keer de lengte van de straal. Dus:
omtrek (kwart cirkel) `~~ (50,265...)/4 + 8+8~~28,566...`
De omtrek van de kwart cirkel is ongeveer `28,57` cm.
Een houten bord heeft de vorm van een cirkel met een straal van `6` cm.
Bereken de omtrek en rond af op een decimaal.
Je zaagt dit bord doormidden. Bereken de omtrek van de halve cirkel die zo ontstaat en rond af op een decimaal.
Je zaagt dit halve bord nog eens doormidden. Bereken de omtrek van de kwart cirkel die zo ontstaat en rond af op een decimaal.