Je kunt er `0` en `360` bij zetten.
Niet binnen de getallen op deze windroos waarbij je één keer de hele cirkel doorloopt.
90 graden.
`45` graden; `22,5` graden.
`180` graden; `157,5` graden.
`270` graden; `292,5` graden.
Gebruik de rechte hoek van je geodriehoek; `90` °.
`45` ° is een scherpe hoek.
`22,5` ° is een scherpe hoek.
De geodriehoek heeft twee schaalverdelingen, zowel rechtsom (met de wijzers van de klok mee) als linksom. De kompasroos loopt helemaal rond van `0` ° tot en met `360` °, de geodriehoek niet.
`180` °.
Tussen `0` ° en `90` °.
Groter.
Ongeveer `70` °.
Ongeveer `130` °.
`/_ A ~~ 45` °, `/_ B ~~ 100` °, `/_ C ~~ 45` °, `/_ D ~~ 130` °, `/_ E = 90` °, `/_ F ~~ 100` °.
`/_ A ~~ 50` °.
`/_ A ~~ 54` °.
`/_ B ~~ 64` ° en `/_ C ~~ 62` °.
Neem de tijd voor oefening, zeker zolang je nog fouten maakt.
Door het hokje aan te vinken, krijg je het juiste antwoord te zien.
`/_ C`
Omdat dan twee zijden geen snijpunt hebben en er dus geen driehoek kan ontstaan.
`/_ C ~~ 96` °.
Oefen nu vooral met stompe hoeken, maar ook af en toe met scherpe hoeken.
Je meet dan niet de overstrekte hoek, maar juist de andere hoek tussen beide benen.
De gemeten hoek is samen met de overstrekte hoek altijd
`360`
°. Dus trek je je antwoord van de
`360`
af en zo vind je het juiste aantal graden voor de overstrekte hoek.
`/_ A ~~ 105` °, `/_ B ~~ 80` °, `/_ C = 180` °, `/_ D ~~ 250` °, `/_ E ~~ 60` ° en `/_ F ~~ 100` °.
De twee hoeken aan de onderkant van de plattegrond zijn ongeveer `67` ° en `113` °. De twee hoeken rechtsboven zijn ongeveer `80` ° en `100` °.
Begin in de rechte linker bovenhoek.
Je hebt in totaal `20` hele tegels nodig en `12` delen van tegels.
Ongeveer
`85`
°, dus hij staat
`5`
° uit het lood.
Dat klopt niet precies met de
`10`
° die de Wikipedia opgeeft, maar dat kan te maken hebben met de plaats vanwaar deze
foto is genomen.
`/_ A ~~ 66` °, `/_ B ~~ 73` ° en `/_ C ~~ 41` °.
`180` °.
`/_ K ~~ 34` °, `/_ L ~~ 247` °, `/_ M ~~ 34` ° en `/_ N ~~ 55` °.
`360` °.
`/_ ASB ~~ 105` °.
`/_ CSD` .
`/_ ABC ~~ 56` ° en `/_ BCD ~~ 126` °. De hoeken van het trapezium zijn samen `360` °.
Bijvoorbeeld:
De zwaaihaak die in de bouw wordt gebruikt.
De sextant die vroeger in de scheepvaart werd gebruikt.
De theodoliet die door landmeters wordt gebruikt.
Als je er van uit gaat dat er eerst richting Deventer wordt gevlogen, dan krijg je ongeveer deze koersvectoren: (92°|10,8), (189°|4,2), (261°|7,1) en (330°|6,3).
Doen.