De standaard oppervlakte-eenheid is de vierkante meter (m2), een vierkant van `1` meter bij `1` meter.
Stel je voor dat dit een vierkant van `1` meter bij `1` meter is.
In
`1`
m passen
`10`
dm.
In een vierkant van
`1`
m bij
`1`
m passen dus
`10 xx 10`
vierkantjes van
`1`
dm bij
`1`
dm.
Dus
`1`
m2
`= 100 xx 1`
dm2
`= 100`
dm2.
Zo is ook: `1` m2 `= 100` cm `xx 100` cm `= 10000` cm2.
Bij het omrekenen van oppervlakte-eenheden kun je stapsgewijs vermenigvuldigen met `10xx10=100` .
Reken om.
`1` dm2 `= ...` cm2
`1` cm2 `= ...` m2
`1` mm2 `= ...` cm2
`2,14` m2 `= ...` cm2
Bekijk de twee figuren op het rooster.
Hoe groot is de oppervlakte van beide figuren uitgedrukt in roosterhokjes?
Hoeveel km2 is de oppervlakte van beide figuren als elk roosterhokje `10` km bij `10` km voorstelt?
Hoeveel mm2 is de oppervlakte van beide figuren als elk roosterhokje `5` mm bij `5` mm voorstelt?