Omtrek, oppervlakte en inhoud > Oppervlakte en oppervlaktematenUitleg
De oppervlakte van een figuur is de grootte van het gebied binnen de lijnen (zijden)
van de figuur. Je telt hoeveel oppervlakte-eenheden er op passen. De oppervlakte-eenheid
is meestal een vierkantje, bijvoorbeeld van
`1`
cm bij
`1`
cm, zoals het rooster bij deze figuur.
Elk roosterhokje is
`1`
cm2 (vierkante centimeter).
Om de oppervlakte ervan te berekenen, verdeel je hem in rechthoeken en halve rechthoeken. Bij veel figuren kan dat. Het aantal oppervlakte-eenheden van de gekleurde rechthoek is `6xx3=18` . Dat van de gekleurde halve rechthoek is `4xx2//2=4` .
Zo kun je de oppervlakte van de totale figuur bepalen.
|
|
|
|
|
Bekijk de roosterfiguur in
Je ziet dat je de figuur in drie rechthoeken en twee halve rechthoeken kunt verdelen.
Bepaal de oppervlakte van elk van die drie rechthoeken.
Bepaal ook de oppervlakte van elk van beide halve rechthoeken.
Bepaal de oppervlakte van de complete roosterfiguur.
Je kunt de oppervlakte van deze roosterfiguur ook bepalen door hem eerst te omlijsten met een rechthoek. Dat zie je in deze figuur. Je moet dan alleen nog twee halve rechthoekjes daarvan af halen.
Bepaal op deze manier de oppervlakte van de complete roosterfiguur.
Bepaal de oppervlakte van de figuren, uitgedrukt in roosterhokjes.