Hoeken > Hoeken tekenenToepassen
Stel je voor dat je een driehoek wilt tekenen. Je hoeft van een driehoek niet alle hoeken en zijden te weten om hem te kunnen tekenen.
-
Een driehoek met één zijde en twee hoeken gegeven:
Teken `Delta PQR` met `PQ = 5` cm, `/_ P = 60` ° en `/_ Q = 40` °. -
Een driehoek met twee zijden en één hoek gegeven:
Teken `Delta ABC` met `AB = 5` cm, `AC = 3` cm en `/_ A = 55` °.
Een driehoek wordt vaak bepaald door drie gegevens: een zijde en twee hoeken, twee zijden en een hoek, drie zijden. Zie hierboven.
Teken zelf beide driehoeken die worden beschreven.
Teken `Delta KLM` met `/_ K = 60` °, `/_ M = 40` ° en `KM = 4` cm. Meet vervolgens de grootte van `/_ L` .
Teken `Delta DEF` met `/_E = 117` °, `DE = 4` cm en `EF = 3` cm. Meet vervolgens beide andere hoeken van de driehoek.
Teken `Delta GHI` met `GH = 5` cm, `HI = 4` cm en `GI = 3` cm. (Gebruik je passer.) Meet de drie hoeken van deze driehoek.
Zoek via Google-maps een deel van een kaart van Nederland rond vliegveld Teuge tussen
Apeldoorn en Deventer en druk die kaart af. Zorg dat Teuge ongeveer in het midden
ligt en je naar alle kanten ongeveer 10 km kunt vliegen.
Een vliegtuig stijgt op vliegveld Teuge op en vliegt een bepaalde afstand met een
bepaalde koers. De afstand geef je in km en de koers in graden.
Die koers is steeds een hoek met het Noorden, net al op de kompasroos met de wijzers
van de klok mee gemeten. Als je aangeeft dat een vliegtuig vliegt volgens (40°|20)
dan bedoel je dat het 20 km vliegt met een koers van 40° ten opzichte van het Noorden.
(40°|20) heet de koersvector.
Teken de vlucht met de koersvectoren (40°|5), (110°|4), (240°|5) en geef aan waar het vliegtuig dan vliegt.
Bereken de koersvector voor de terugvlucht naar vliegveld Teuge.
Bedenk zelf zo'n rondvlucht vanaf Teuge en laat een medeleerling de vlucht tekenen en de koersvector van de terugvlucht bepalen.