Omtrek, oppervlakte en inhoud > Inhoud
123456Inhoud

Voorbeeld 2

Wanneer de afmetingen van een balk geen geheel aantal eenheidskubussen zijn, dan werk je met delen van eenheidskubussen.

Het grondvlak van dit prisma kun je verdelen in een rechthoek van `4,1` bij `3,6` en een halve rechthoek van `2,1` bij `3,6` .

  • De oppervlakte van de rechthoek is: `4,1xx3,6=14,76`

  • De oppervlakte van de halve rechthoek is `1/2 xx 2,1xx3,6=3,78` .

De inhoud van dit prisma is daarom: `18,54 xx 5,2 = 96,408` eenheidskubussen.

Opgave 4

Bekijk de figuur in Voorbeeld 2.

a

Teken het grondvlak van het prisma zoals het in werkelijkheid is. Neem aan dat de afmetingen in centimeter zijn.

b

Laat zien dat de figuur in een rechthoek en een halve rechthoek is te verdelen en bereken zelf de oppervlakte van het grondvlak.

c

Waarom geldt nu voor de inhoud van dit prisma: inhoud ( prisma ) = opp.grondvlak × hoogte ?

Opgave 5

Het grondvlak van een prisma is niet altijd het onderste vlak. Bepaal van de volgende prisma's eerst wat het grondvlak is en wat de hoogte is en bereken vervolgens de inhoud. De rechte hoeken zijn aangegeven.

Opgave 6

Je ziet een stapel euromunten. Elke munt is `0,233`  cm dik en heeft twee cirkelvormige kanten met een oppervlakte van elk ongeveer `4,25`  cm2.

a

Hoe hoog zou een stapel van vijftig euromunten zijn?

b

Leg uit dat de inhoud van zo'n stapel euromunten gelijk is aan `4,25xx11,65` cm3.

c

Leg uit waarom je inhoud (prisma) = oppervlakte grondvlak `xx` hoogte kunt toepassen op alle ruimtelijke figuren die er uit zien als een stapel van dezelfde vlakjes boven elkaar.

Opgave 7

Dit blik is een cilinder met een grondvlak van `78,5`  cm2 en een hoogte van `8`  cm.
Bereken de inhoud van dit blik.

verder | terug