Hoeken > Deellijn
123456Deellijn

Voorbeeld 2

Hier zie je nog twee situaties waarin hoeken gelijk zijn. Omdat de lijnen `l` en `m` evenwijdig zijn, zijn:

  • F-hoeken zoals `/_ A_1` en `/_ B_1` gelijk.

  • Z-hoeken zoals `/_ A_2` en `/_ B_4` gelijk.

Dat komt omdat lijn `m` en punt `B` eigenlijk alleen evenwijdige verschuivingen zijn van lijn `l` en punt `A` . De hoeken verschuiven dan gewoon mee...

De F-hoeken herken je aan de vorm van een (soms omgekeerde) F die ze maken. En zo herken je de Z-hoeken aan de Z-vorm.

Opgave 5

Bekijk de applet in het voorbeeld.

a

Met welke hoek vormt `/_ A_2` een stel F-hoeken?

b

Met welke hoek vormt `/_ A_2` een stel Z-hoeken?

c

Leg uit waarom `/_ A_4 = /_ B_2` .

d

Stel in `/_ A_2 = 30` °. Hoe groot is dan `/_ B_3` ?

Opgave 6

Bekijk de volgende figuur. De lijnen `l` en `m` zijn evenwijdig, evenals de lijnen `k` en `q` .

a

Waarom is `/_ A_1 != /_ B_1` ?

b

Waarom is `/_ A_1 = /_ C_1` ?

c

Waarom is `/_ C_1 != /_ D_3` ?

d

Welke hoek is ook gelijk aan `/_ A_1` ? En waarom?

e

Stel dat `/_ A_1 = 60` °. Van welke hoeken weet je nu ook hoe groot ze zijn? Schrijf ze allemaal op.

Opgave 7

In deze figuur zijn de lijnen `p` en `q` evenwijdig. Verder is `/_ A_1 = 43` °.

Bereken alle andere genummerde hoeken in deze figuur.

verder | terug