De lijn die een hoek in twee gelijke hoeken verdeelt, heet de deellijn of bissectrice van die hoek. Zo teken je de deellijn van een hoek:
Meet hoe groot de hoek is, bijvoorbeeld `64` °.
Deel het aantal graden door twee: `64` ° / `2 = 32` °.
Pas `32` ° af en teken de deellijn.
Er zijn nog andere situaties waarin hoeken gelijk zijn.
Daarvan zie je er enkele in de voorbeelden. Het gaat om X-hoeken, F-hoeken en Z-hoeken.
Dat hoeken gelijk zijn geef je aan door er hetzelfde tekentje (een boogje, een rondje,
een sterretje) in te zetten.
Hier zie je een hoekpunt `A` met twee hoeken `/_ A_1` en `/_ A_2` die samen een gestrekte hoek vormen.
Meet `/_ A_1` op en teken de deellijn van `/_ A_1` . Gebruik het werkblad.
Hoe groot is `/_ A_2` ?
Teken de deellijn van `/_ A_2` .
Welke hoek maken de twee getekende deellijnen met elkaar? Moet je die hoek opmeten?
Teken `Delta ABC` met `AB = 6` cm, `/_ A = 50` ° en `/_ B = 70` °.
Teken de deellijn van `/_ A` .
Teken ook de deellijnen van `/_ B` en `/_ C` .
Valt je iets op?