Hoeken > Hoeken berekenen
123456Hoeken berekenen

Uitleg

Het is niet altijd verstandig om hoeken te meten.
Meten levert namelijk onnauwkeurigheden op.

En soms is meten niet nodig:

  • Als twee hoeken samen een rechte hoek vormen en je weet er één dan weet je ook de andere. Ze zijn immers samen `90°` .

  • Als twee hoeken samen een gestrekte hoek vormen en je weet er één dan weet je ook de andere. Ze zijn immers samen `180°` .

  • Als twee hoeken samen een volle hoek vormen en je weet er één dan weet je ook de andere. Ze zijn immers samen `360°` .

  • Een deellijn verdeelt een hoek in twee gelijke hoeken. Weet je er één van, dan weet je ook de andere.

  • Overstaande hoeken (X-hoeken) zijn gelijk.

  • Als twee evenwijdige lijnen worden gesneden door een derde lijn, dan zijn de F-hoeken en de Z-hoeken gelijk.

En zo kun je soms door redeneren de grootte van een hoek te weten komen.
Dat noem je hoeken berekenen.

Opgave 1

Bekijk de situaties die in de Uitleg worden genoemd.

Geef bij elk van die situaties een voorbeeld met een bijpassende figuur.

Opgave 2

Ayse wil een hoek van `210°` tekenen. De geodriehoek gaat maar tot `180°` .

a

Ayse tekent een hoek van `150°` . Leg uit waarom ze nu ook een hoek van `210°` heeft getekend.

b

Teken een hoek van `310°` .

verder | terug